Inhoud
Nederlandse bedrijven realiseren meer innovaties, maar de daling van investeringen in technologische innovatie zet zich voort. Dat is de belangrijkste bevinding van onderzoek door onderzoeksinstituut INSCOPE van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Terwijl het innovatievermogen van Nederlandse bedrijven is gestegen, zijn de investeringen in r&d en in ict dit jaar opnieuw gedaald. Deze ogenschijnlijk tegenstrijdige resultaten werden vorige week bekendgemaakt door Prof. Dr. Henk Volberda, die de leiding heeft over het onderzoek dat jaarlijks wordt gepubliceerd in de de Concurrentie en Innovatie Monitor van INSCOPE.
Innovatievermogen gestegen
De hoeveelheid product- en dienstinnovaties van Nederlandse bedrijven is het afgelopen jaar gestegen. De hoeveelheid totaal nieuwe producten en diensten ('radicale innovatie') die Nederlandse bedrijven hebben geïntroduceerd is gestegen met 3,5% over het afgelopen jaar. De hoeveelheid verbeterde producten en diensten ('incrementele innovatie') is in dezelfde periode toegenomen met 5,2%.
Door een aantrekkende economie en een toenemend consumentenvertrouwen durven bedrijven weer meer product- en dienstinnovaties te introduceren, aldus Volberda, die aangeeft dat de stijging in de realisatie van product- en dienstinnovaties vooral verklaard kan worden "doordat de meeste bedrijven managementlagen hebben geschrapt, minder hiërarchisch georganiseerd zijn, en vaak samenwerken met externe partners om hun innovatiesnelheid te verhogen".
Deze 8% toename in aandacht voor de zachte kant van innovatie (sociale innovatie) heeft er toe geleid dat investeringen in Onderzoek & Ontwikkeling in Nederland beter renderen en vaker leiden tot de introductie van nieuwe producten en diensten.
Minder investeringen r&d en ict
De hoeveelheid geld die Nederlandse bedrijven gemiddeld in r&d steken is het afgelopen jaar met 1,9% gedaald naar gemiddeld 2,4% van de omzet. Bij ict is er een daling te zien van 1% naar 2,2% van de omzet.
Deze dalende trend in investeringen in technologische innovatie is al gaande sinds 2009. Volgens Volberda kan deze trend bedreigend zijn voor het innovatie- en concurrentievermogen van het Nederlandse bedrijfsleven. “Het duurt minstens 5 à 10 jaar voordat een investering in een nieuwe technologie leidt tot een commercieel succesvol product of dienst. Het lage niveau van investeringen in technologische innovatie door Nederlandse bedrijven voorspelt een laag innovatieniveau in de toekomst."
Disruptieve innovatie
Voor ontwrichting is meer nodig dan alleen technologische innovatie. Topsectoren richten zich te eenzijdig op technologische vernieuwing, aldus het onderzoek.
INSCOPE heeft onderzocht welke eigenschappen van bedrijven kunnen leiden tot de introductie van disruptieve innovaties. De dominante opvatting is dat investeringen in nieuwe technologieën zoals het IoT, big data, 3D printing en robotisering de belangrijkste voorwaarde is voor disruptieve innovatie. De onderzoeksresultaten laten daarentegen zien dat technologische innovatie relatief gezien voor 40% bijdraagt aan de realisatie van disruptieve innovaties.
Innovatieve manieren van managen, organiseren, werken en samenwerken, dat wil zeggen sociale innovatie, dragen voor 60% bij aan de realisatie van disruptieve innovaties. Volberda zegt hierover: "Bedrijven die gekenmerkt worden door visionair leiderschap, continu op zoek zijn naar nieuwe businessmodellen en samenwerken met klanten, leveranciers en kennisinstellingen, realiseren tot gemiddeld 45% meer disruptieve innovaties. De topsectoren zouden hier lessen uit moeten leren en zich niet eenzijdig moeten richten op technologische vernieuwing.”
High tech en startups
Vooral bedrijven in de high tech-sector zijn met gemiddeld 18,7% meer actief met disruptieve innovatie ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Bedrijven in de sectoren energie, logistiek, en financiële dienstverlening/verzekering zijn relatief weinig actief met disruptieve innovaties. Volgens Volberda vergroten de hoge mate van ontwikkelingen in de high tech-sector de mogelijkheden en de noodzaak om disruptieve innovaties te realiseren om zo een relevante marktspeler te blijven.
Daarnaast komen disruptieve innovaties vooral voor bij startups (gemiddeld 11% boven het landelijk gemiddelde) en juist minder naarmate organisaties ouder worden. Dit laat zien dat startups meer geneigd zijn om disruptieve innovaties te realiseren waardoor ze voor grote bedrijven een interessante optie zijn om hun innovatiesnelheid te verhogen, aldus Volberda.
Werkvloer
Het in beschouwing nemen van de behoeften, gevoelens, en opvattingen van medewerkers door het management is van relatief groot belang om radicale product- en dienstinnovaties te realiseren. Van de vier afzonderlijk bekeken stakeholders – aandeelhouders, concurrenten, medewerkers, klanten – draagt een focus op medewerkers met 44% bijna de helft bij aan radicale innovaties.
Aandacht voor medewerkers over wat er leeft binnen de organisatie is van belang om barrières voor radicale innovatie weg te nemen, aldus Volberda. “Medewerkers staan veel dichter bij de klant of leverancier en hebben daarom vaak goede ideeën die onvoldoende worden benut."
Beursbedrijven innoveren minder radicaal
Bedrijven die aan de beurs zijn genoteerd, realiseren in vergelijking met andere organisaties gemiddeld 3,5% minder radicale innovaties. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat deze organisaties gemiddeld 6% minder vernieuwend leiderschap vertonen en minder actief zijn (tussen de -4,2% en -6,8%) met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook zijn deze organisaties gemiddeld 9,7% meer gericht op concurrenten, 4,7% minder gericht op klanten, en 3,5% minder gericht op hun medewerkers.
"Beursgenoteerde bedrijven zijn over het algemeen meer gericht op kortetermijnprestaties”, zegt Volberda. “Dit vermindert de relatieve focus op investeringen en activiteiten die gericht zijn op de langere termijn, zoals radicale innovaties.
MVO
Terwijl maatschappelijk verantwoord ondernemen tot meer product- en diensteninnovaties leidt én tot meer disruptieve innovaties, vraagt het vooral om innovatieve manieren van managen en organiseren (sociale innovatie).
Bedrijven die de intentie hebben om maatschappelijk verantwoord te ondernemen en die zich daarnaar gedragen realiseren respectievelijk tussen de 22,5% en 29,8% meer radicale innovaties dan bedrijven die nauwelijks deze intentie hebben, noch die er zich naar gedragen.
Bij disruptieve innovatie is dit verschil achtereenvolgens 22,3% en 23,4%. Bij incrementele innovatie betreft dit verschil respectievelijk 20,2% en 15,9%. De bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen zitten vooral in de life sciences & health sector en in de bouwnijverheid/vastgoed.
Sociale innovatie draagt relatief gezien 77% bij aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Technologische innovatie draagt 23% hier aan bij. Henk Volberda: "Vernieuwend leiderschap draagt bij aan maatschappelijk verantwoord ondernemen door medewerkers meer bewust te maken van de maatschappelijke bijdrage van het bedrijf, en hen te motiveren en ruimte te geven voor initiatieven. Door samen te werken met klanten, leveranciers en externe stakeholders (co-creatie) krijgen organisaties meer kennis en begrip over hoe maatschappelijk verantwoord ondernemen ingevuld of aangepast kan worden."
Eindhoven
Een laatste belangrijke uitkomst van het onderzoek is dat disruptieve innovaties bovengemiddeld vaak worden gerealiseerd in de regio Midden-/Oost-Brabant en in de regio Drenthe/Achterhoek/Twente. Deze twee regio's scoren respectievelijk 9,8% en 7,3% hoger op disruptieve innovatie ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
De regio Midden-/Oost-Brabant (regio Eindhoven) scoort bovengemiddeld hoog op verschillende andere typen innovatie; radicale innovatie (+9,9%), incrementele innovatie (+5,6%), en sociale innovatie (+3,1%). Volberda geeft aan dat "de samenwerking in de regio Eindhoven zich uitbetaalt in een hogere mate van sociale innovatie, en product- en dienstinnovaties."Bron: IT Executive