Overslaan en naar de inhoud gaan

disruptie

Van SLA’s naar ELA’s: Digitale disruptie en PokemonGO
Inhoud "Het lijkt wel alsof we al jaren over ‘digital’ praten, maar eigenlijk staat we nog maar aan het begin van het digitale tijdperk en kunnen we de implicaties nog maar nauwelijks overzien. Het enorme potentieel van digitale technologie is in staat onze samenleving compleet te veranderen. Dit is wat wij ook wel het ‘Digital Possible’ noemen. PokemonGo bijvoorbeeld, dat laat zien dat in deze tijden zelfs een spelletje ontwrichtend kan zijn. PokemonGo is een uitgelezen voorbeeld van digital possible. Het brengt technologieën, data en mensen van over de hele wereld samen en heeft - hoe je verder ook over het spel denkt - een enorme impact op de maatschappij. Duizenden (niet altijd jeugdige) spelers worden verleid om vele kilometers af te leggen om een Poke-ei uit te broeden, langs de ‘Gyms’ te gaan (waar men samenkomt om (virtueel) te strijden) en ‘Poke-stops’ aan te doen om de ‘Poke-balls’ aan te vullen. Mensen vallen er serieus van af! Daarbij heeft het impact op de economie; steden vallen over elkaar heen over wie nou de ‘Pokemon hoofdstad’ is, om over Pokemon merchandising nog maar te zwijgen. Het is een voorbeeld van hoedisruptive technologie kan zijn. Het is dit soort gebruik van technologie dat bedrijven en IT-teams uitdaagt om hun organisatie mee te nemen in dit digitale tijdperk. Nieuwe businessmodellen, andere strategieën, innovatieve diensten en veranderende ecosystemen zijn noodzakelijk om groei te bereiken - of te behouden. Steeds meer bedrijven zetten dan ook in op de ‘digitale transformatie’ van hun bedrijfsprocessen en -diensten.   Digitale transformatie roept om een andere mentaliteit Dit heeft een impact op organisaties, de rol van IT-teams en CIO’s. Maar het zet ook ecosystemen en outsourcing op z’n kop. Waar voorheen de inkoop van technologie vooral een ‘sluitstuk’ was en werd gedreven door kostenbesparingen, is het nu een voorwaarde voor innovatie, succes en groei. Hierdoor verandert het speelveld van klant/leverancier naar partnerships, van SLA’s (service level agreements) naar ELA’s (experience level agreements) en van ‘hoe kosten te besparen’ naar ‘hoe omzetgroei te verwezenlijken’. Digitale transformatie roept om een andere mentaliteit en in sommige gevallen om een ander soort leiderschap. Hoe een bedrijf invulling geeft aan zijn ‘digital possible’ is uniek. Dat men daartoe connectiviteit en de cloud als primaire enablers in wil zetten, is – in tegenstelling tot enkele jaren geleden – een gegeven. Dit blijkt ook uit een onderzoek dat BT dit jaar liet uitvoeren onder meer dan 1.000 CIO’s (The BT CIO Report 2016). CIO’s gaven zonder uitzondering aan digitalisering als hoogste prioriteit te zien. Echter slechts 23% van de Nederlandse organisaties (en slechts 7% in België – dat daarmee het laagst scoort) zegt dat zij al volledig ‘cloud-centric’ zijn – oftewel dat alle applicaties en infrastructuur in de cloud zijn gezet. En de druk is hoog, want 65% van de IT-beslissers geeft aan dat de huidige IT-infrastructuur de snelheid van de technologische innovaties eigenlijk niet meer bij kan benen. Zij hebben behoefte aan een infrastructuur die hen de keuze en controle biedt in netwerk, clouddiensten en de beveiliging die zij nodig hebben; en een ervaren partner met de kennis en een bewezen, succesvol ecosysteem die dit waar kan maken.Auteur: Fabrice de WindtMeer weten over digitale transformatie? Bekijk hier onze video over disruptie en transformatie."
Vijf archetypen van digitale disruptie
Inhoud Onderzoek van MIT naar succesvolle digitale bedrijfsvoeringen – vastgelegd in het recente boek ‘Leading Digital’- heeft opgeleverd dat er vijf duidelijk onderscheidbare archetypen van digitale disruptie zijn.   Platformverschuiving Het fundamenteel herschikken van een markt door het introduceren van een nieuw platform voor vraag en aanbod. Uber doet het voor het taxivervoer, Airbnb voor hotelverblijven en Spotify en iTunes voor muziek. In alle gevallen wordt een digitaal platform geïntroduceerd dat zowel aantrekkelijk is voor kopers als aanbieders en dat de bestaande manieren van het koppelen van vraag en aanbod vermijdt. Als zo’n platform eenmaal een bepaalde kritische massa heeft bereikt, is de economische kracht ervan heel moeilijk te bestrijden door de gevestigde orde. ‘Platforms eten de wereld’, daar komt het op neer.    Digitaal vervangen Het volledig vervangen van cruciale producten en diensten door een nieuw, digitaal formaat. Er zijn maar weinig beperkingen aan technologie en daarom zijn er uiteindelijk ook maar weinig limieten aan wat er allemaal gedigitaliseerd kan worden. En of het nu gaat om boeken, muziek, brievenpost of 3D-printing, er zal altijd een bepaalde vorm van kannibalisme plaatsvinden om van het ene formaat naar het andere te komen. Vraag maar aan Netflix, dat vroeger videocassettes per post naar de klant stuurde.    Digitale extra’s Nieuwe technologieën kunnen de mogelijkheid bieden een bestaand portfolio van producten en diensten uit te breiden met digitale extensies, zodat er nieuwe, heel andere inkomstenbronnen worden aangeboord. Gevestigde bedrijven zijn hier zelfs in het voordeel omdat ze de kans hebben voort te borduren op de kracht van het merk en bestaande producten. Bedrijven als Nike en New Balance hebben bijvoorbeeld laten zien hoe een lijn van sportkleding succesvol kan worden verrijkt met ‘wearables’.    Keten veranderen De manier waarop een bedrijf door middel van een keten waarde produceert, kan met digitale inspiratie volledig anders worden ingericht. Denk aan andere kanalen om contact te maken met klanten, partners of toeleveranciers, zoals social media. Niet zelden zullen tussenpersonen buiten spel worden gezet, kijk maar naar verzekeringen, retail en reizen. Maar het kan ook anders: Volvo gebruikt de ‘connected car’ om zelf dichter bij klanten te komen, maar gebruikt de inzichten ook om het dealerkanaal beter te ondersteunen.    Propositie vernieuwen Het gaat bij het verzinnen van nieuwe bedrijfsmodellen niet altijd om volledig nieuwe concepten. Je kunt ook een nieuw perspectief hanteren op bestaande producten, diensten en de bedrijfskolom. Er zijn als verzekeraars die mobiele technologie en real-time data gebruiken om ‘on time’ verzekeringen aan te bieden voor heel specifieke situaties en doeleinden. Zo boren ze nieuwe, tot nu toe onafgedekte klantbehoeftes aan. Maar soms kan een bedrijf ook zitten op een schat die nog niet ontdekt is. Mediabedrijf Entravision had zoveel relevante data verzameld over de kijkvoorkeuren van zijn klanten dat het besloot een geheel nieuwe bedrijfsvoering op te zetten rond ‘customer analytics’. Met veel succes. Auteur: Ron Tolido
Trend zet door: minder investeringen in technologische innovatie
Inhoud Nederlandse bedrijven realiseren meer innovaties, maar de daling van investeringen in technologische innovatie zet zich voort. Dat is de belangrijkste bevinding van onderzoek door onderzoeksinstituut INSCOPE van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Terwijl het innovatievermogen van Nederlandse bedrijven is gestegen, zijn de investeringen in r&d en in ict dit jaar opnieuw gedaald. Deze ogenschijnlijk tegenstrijdige resultaten werden vorige week bekendgemaakt door Prof. Dr. Henk Volberda, die de leiding heeft over het onderzoek dat jaarlijks wordt gepubliceerd in de de Concurrentie en Innovatie Monitor van INSCOPE.   Innovatievermogen gestegen De hoeveelheid product- en dienstinnovaties van Nederlandse bedrijven is het afgelopen jaar gestegen. De hoeveelheid totaal nieuwe producten en diensten ('radicale innovatie') die Nederlandse bedrijven hebben geïntroduceerd is gestegen met 3,5% over het afgelopen jaar. De hoeveelheid verbeterde producten en diensten ('incrementele innovatie') is in dezelfde periode toegenomen met 5,2%. Door een aantrekkende economie en een toenemend consumentenvertrouwen durven bedrijven weer meer product- en dienstinnovaties te introduceren, aldus Volberda, die aangeeft dat de stijging in de realisatie van product- en dienstinnovaties vooral verklaard kan worden "doordat de meeste bedrijven managementlagen hebben geschrapt, minder hiërarchisch georganiseerd zijn, en vaak samenwerken met externe partners om hun innovatiesnelheid te verhogen". Deze 8% toename in aandacht voor de zachte kant van innovatie (sociale innovatie) heeft er toe geleid dat investeringen in Onderzoek & Ontwikkeling in Nederland beter renderen en vaker leiden tot de introductie van nieuwe producten en diensten.   Minder investeringen r&d en ict De hoeveelheid geld die Nederlandse bedrijven gemiddeld in r&d steken is het afgelopen jaar met 1,9% gedaald naar gemiddeld 2,4% van de omzet. Bij ict is er een daling te zien van 1% naar 2,2% van de omzet. Deze dalende trend in investeringen in technologische innovatie is al gaande sinds 2009. Volgens Volberda kan deze trend bedreigend zijn voor het innovatie- en concurrentievermogen van het Nederlandse bedrijfsleven. “Het duurt minstens 5 à 10 jaar voordat een investering in een nieuwe technologie leidt tot een commercieel succesvol product of dienst. Het lage niveau van investeringen in technologische innovatie door Nederlandse bedrijven voorspelt een laag innovatieniveau in de toekomst."   Disruptieve innovatie Voor ontwrichting is meer nodig dan alleen technologische innovatie. Topsectoren richten zich te eenzijdig op technologische vernieuwing, aldus het onderzoek. INSCOPE heeft onderzocht welke eigenschappen van bedrijven kunnen leiden tot de introductie van disruptieve innovaties. De dominante opvatting is dat investeringen in nieuwe technologieën zoals het IoT, big data, 3D printing en robotisering de belangrijkste voorwaarde is voor disruptieve innovatie. De onderzoeksresultaten laten daarentegen zien dat technologische innovatie relatief gezien voor 40% bijdraagt aan de realisatie van disruptieve innovaties. Innovatieve manieren van managen, organiseren, werken en samenwerken, dat wil zeggen sociale innovatie, dragen voor 60% bij aan de realisatie van disruptieve innovaties. Volberda zegt hierover: "Bedrijven die gekenmerkt worden door visionair leiderschap, continu op zoek zijn naar nieuwe businessmodellen en samenwerken met klanten, leveranciers en kennisinstellingen, realiseren tot gemiddeld 45% meer disruptieve innovaties. De topsectoren zouden hier lessen uit moeten leren en zich niet eenzijdig moeten richten op technologische vernieuwing.”   High tech en startups Vooral bedrijven in de high tech-sector zijn met gemiddeld 18,7% meer actief met disruptieve innovatie ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Bedrijven in de sectoren energie, logistiek, en financiële dienstverlening/verzekering zijn relatief weinig actief met disruptieve innovaties. Volgens Volberda vergroten de hoge mate van ontwikkelingen in de high tech-sector de mogelijkheden en de noodzaak om disruptieve innovaties te realiseren om zo een relevante marktspeler te blijven. Daarnaast komen disruptieve innovaties vooral voor bij startups (gemiddeld 11% boven het landelijk gemiddelde) en juist minder naarmate organisaties ouder worden. Dit laat zien dat startups meer geneigd zijn om disruptieve innovaties te realiseren waardoor ze voor grote bedrijven een interessante optie zijn om hun innovatiesnelheid te verhogen, aldus Volberda.   Werkvloer Het in beschouwing nemen van de behoeften, gevoelens, en opvattingen van medewerkers door het management is van relatief groot belang om radicale product- en dienstinnovaties te realiseren. Van de vier afzonderlijk bekeken stakeholders – aandeelhouders, concurrenten, medewerkers, klanten – draagt een focus op medewerkers met 44% bijna de helft bij aan radicale innovaties. Aandacht voor medewerkers over wat er leeft binnen de organisatie is van belang om barrières voor radicale innovatie weg te nemen, aldus Volberda. “Medewerkers staan veel dichter bij de klant of leverancier en hebben daarom vaak goede ideeën die onvoldoende worden benut."   Beursbedrijven innoveren minder radicaal Bedrijven die aan de beurs zijn genoteerd, realiseren in vergelijking met andere organisaties gemiddeld 3,5% minder radicale innovaties. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat deze organisaties gemiddeld 6% minder vernieuwend leiderschap vertonen en minder actief zijn (tussen de -4,2% en -6,8%) met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook zijn deze organisaties gemiddeld 9,7% meer gericht op concurrenten, 4,7% minder gericht op klanten, en 3,5% minder gericht op hun medewerkers. "Beursgenoteerde bedrijven zijn over het algemeen meer gericht op kortetermijnprestaties”, zegt Volberda. “Dit vermindert de relatieve focus op investeringen en activiteiten die gericht zijn op de langere termijn, zoals radicale innovaties.   MVO Terwijl maatschappelijk verantwoord ondernemen tot meer product- en diensteninnovaties leidt én tot meer disruptieve innovaties, vraagt het vooral om innovatieve manieren van managen en organiseren (sociale innovatie). Bedrijven die de intentie hebben om maatschappelijk verantwoord te ondernemen en die zich daarnaar gedragen realiseren respectievelijk tussen de 22,5% en 29,8% meer radicale innovaties dan bedrijven die nauwelijks deze intentie hebben, noch die er zich naar gedragen. Bij disruptieve innovatie is dit verschil achtereenvolgens 22,3% en 23,4%. Bij incrementele innovatie betreft dit verschil respectievelijk 20,2% en 15,9%. De bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen zitten vooral in de life sciences & health sector en in de bouwnijverheid/vastgoed. Sociale innovatie draagt relatief gezien 77% bij aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Technologische innovatie draagt 23% hier aan bij. Henk Volberda: "Vernieuwend leiderschap draagt bij aan maatschappelijk verantwoord ondernemen door medewerkers meer bewust te maken van de maatschappelijke bijdrage van het bedrijf, en hen te motiveren en ruimte te geven voor initiatieven. Door samen te werken met klanten, leveranciers en externe stakeholders (co-creatie) krijgen organisaties meer kennis en begrip over hoe maatschappelijk verantwoord ondernemen ingevuld of aangepast kan worden."   Eindhoven Een laatste belangrijke uitkomst van het onderzoek is dat disruptieve innovaties bovengemiddeld vaak worden gerealiseerd in de regio Midden-/Oost-Brabant en in de regio Drenthe/Achterhoek/Twente. Deze twee regio's scoren respectievelijk 9,8% en 7,3% hoger op disruptieve innovatie ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De regio Midden-/Oost-Brabant (regio Eindhoven) scoort bovengemiddeld hoog op verschillende andere typen innovatie; radicale innovatie (+9,9%), incrementele innovatie (+5,6%), en sociale innovatie (+3,1%). Volberda geeft aan dat "de samenwerking in de regio Eindhoven zich uitbetaalt in een hogere mate van sociale innovatie, en product- en dienstinnovaties."Bron: IT Executive

Copyright © 2024 Mavim B.V.