Overslaan en naar de inhoud gaan

procesharmonisatie

Onvoldoende wendbaar om veranderingen snel genoeg te kunnen accommoderen?
Inhoud Begin januari schreef zorgminister Hugo de Jonge het al in een brief aan de Tweede Kamer: “We zijn onvoldoende wendbaar gebleken om de veranderingen die zich voordeden snel genoeg te kunnen accommoderen.” Hij doelde daarbij op de coronavaccinatie in Nederland die waarschijnlijk eerder had kunnen beginnen als hij de GGD’en eerder had gevraagd de systemen alvast klaar te maken voor grootschalige vaccinaties. Wendbaar zijn om snel in te kunnen spelen op veranderingen is dus voor iedere organisatie belangrijk, maar hoe word je dat en wat bereik je er uiteindelijk mee? Van afdelingsgestuurd naar procesgestuurd Veel organisaties zijn van huis-uit traditioneel of afdelingsgestuurd. Op zich is dat een prima werkwijze om de activiteiten van de organisatie te coördineren en daarmee efficiëntie te creëren binnen het betreffende bedrijfsonderdeel. In de praktijk blijkt echter dat de efficiëntie, die wordt verkregen door het werken in afdelingen, vaak verloren gaat door de vertraging die oploopt als het estafettestokje tussen verschillende afdelingen moet worden overgedragen. Om als organisatie wendbaar te worden, zul je allereerst een transitie moeten maken van een afdelingsgestuurde organisatie naar een procesgestuurde organisatie die procesgestuurd werkt. Dat lijkt geen sinecure, maar is eigenlijk een stuk minder ingewikkeld dan je op het eerste gezicht zou denken.   Processen in kaart De eerste stap is de vastlegging van alle primaire processen. Hiermee zet je als organisatie de eerste stap op weg naar een betere sturing, een grotere flexibiliteit en meer grip op kwaliteit. Afhankelijk van de omvang van je organisatie is het van belang om processen te uniformeren. Daarna kun je gaan starten met het optimaliseren van processen waarmee je winst kunt behalen in bijvoorbeeld doorlooptijd en/of efficiëntie.   Missie, visie en strategie Vervolgens is het belangrijk om de link te leggen tussen de missie, visie, strategie en processen van de organisatie. Want dan kun je namelijk bij een strategiewijziging direct identificeren wat er in de processen aangepast moet worden om de nieuwe strategische doelen te bereiken. Bovendien wil je snel kunnen identificeren welke impact een nieuwe wet of andere wijziging in de externe omgeving heeft op de specifieke werkgebieden van jouw organisatie. En uiteraard wil je ook snel nieuwe processen kunnen ontwikkelen die aansluiten bij de veranderingen die zich voordoen.   IT-landschap op de kaart Dat betekent dat ook meteen helder moet zijn door welke ICT-applicaties die processen worden ondersteund, zodat je weet welke systemen aangepast dienen te worden. Ook is het dan handig om te weten wie van zo’n wijziging impact gaan ondervinden; kortom, inzicht in rollen en verantwoordelijkheden is hierbij een vereiste. Pas als je een breed inzicht creëert, kun je snel acteren als veranderingen zich voordoen.   Een digitale tweeling als resultaat Hiermee heb je eigenlijk al de weg ingeslagen naar het creëren van een digitale tweeling van je organisatie. Een digitale tweeling is namelijk een digitale kaart van de hele organisatie: processen, applicaties, architectuur en data, maar ook de onderlinge relaties daartussen en de bijbehorende afdelingen. Het Mavim-platform helpt je om alle gegevens en de onderlinge relaties, onder andere in doorklikbare dashboards en begrijpelijke platen te visualiseren. En een organisatie die goed inzicht heeft in haar bedrijfsvoering en de samenhang ziet tussen de uitvoering, de business en haar eigen strategie, kan snel anticiperen op veranderingen en mag zich met recht een wendbare organisatie noemen.     > Lees in dit e-book meer over de voordelen van een digitale tweeling van je organisatie > Of bekijk de blog over sneller volwassen worden met een digitale tweeling   Auteur: Nathalie Ramas
Invoering nieuw EPD bevordert procesharmonisatie bij fusie
Inhoud   Voor de jaarwisseling is Alrijne Zorggroep overgestapt op een nieuw epd, HiX. Daarmee zijn in alle ziekenhuislocaties in Leiden, Leiderdorp, Alphen aan den Rijn, Katwijk en Sassenheim verschillende systemen vervangen door één geïntegreerd epd. Daarnaast zit de organisatie midden in een fusieproces. Dat maakt zo’n overstap complex, maar werken aan een gezamenlijk epd disciplineert en enthousiasmeert ook. Als je een nieuw informatiesysteem / epd / workflow-systeem wilt invoeren, gemodelleerd naar de nieuwe situatie, de fusie dus, loop je tegen een dilemma aan. Eigenlijk zou je het liefst alles geharmoniseerd willen hebben voordat je een epd uitrolt: het organisatiemodel, de processen, de IT, het applicatielandschap. Alleen, je kunt je processen en organisatie niet optimaal harmoniseren zonder te beschikken over een nieuw systeem. Uiteindelijk hebben wij als raad van bestuur de keuze gemaakt om eerst het nieuwe systeem in te voeren, mét standaardcontent. En dat heeft geholpen.   Ervaringen van veel ziekenhuizen Standaardcontent is alle denkbare inhoud voor een optimaal epd, samengesteld uit de ervaringen van veel ziekenhuizen. En dát gestandaardiseerd. Dit varieert van verslagleggingsmogelijkheden tot complete orderworkflows, specialistische vragenlijsten, scorelijsten, ingebouwde richtlijnen, beslisondersteuning, multimedia. Die inhoud krijgen wij gestructureerd aangereikt van onze leverancier, waardoor veel werk al voor ons is gedaan. Niet alleen met de inhoud zelf, maar ook op het gebied van onderhoud en implementatie.   Harmoniseren Een standaard-content-epd dwingt je als organisatie om processen te harmoniseren. De werkgroepen van onze verschillende locaties kwamen bij elkaar en overlegden over een eenduidige werkwijze binnen de standaardcontent. Dat maakt harmoniseren gemakkelijker, omdat de richting al is bepaald. Bovendien is het veel leuker om samen aan iets nieuws te werken dan met elkaar te touwtrekken over wiens aanpak leidend moet worden. Natuurlijk zijn er specialismen die door de invoer van het nieuwe epd in eerste instantie inhoudelijk een stapje terugdoen, omdat ze hun vorige epd zelf geoptimaliseerd hadden. Mede omdat in die gevallen de standaardcontent minder functionaliteiten biedt dan in de oude situatie, moesten er ook veel weerstanden overwonnen worden. Maar, ze zetten straks veel stappen vooruit door te profiteren van de inrichting van patiëntendossiers in andere ziekenhuizen.   Regionale samenwerking Op het gebied van regionale samenwerking gaat standaardcontent ons ook helpen. Wij wilden een epd waarmee onze partners in de regio ook (kunnen/gaan) werken. Denk aan huisartsen, laboratoria en thuiszorg, maar ook het Leids Universitair Medisch Centrum, dat al met HiX werkt. Dat is essentieel voor ons. Het nieuwe epd faciliteert optimale gegevensuitwisseling tussen samenwerkende ziekenhuizen. Wij zijn er niet per se op uit om zelf de innovator of pionier te zijn op dit gebied, liever de early adaptor. Op beperkte schaal experimenteren hoort daarbij.   Hartverwarmend Aan de overstap naar ons nieuwe epd hebben we met 70 werkgroepen en ruim 400 mensen keihard gewerkt en we hebben zo’n 3.000 medewerkers opgeleid. Dat is immens. Het zijn unieke ervaringen binnen een organisatie als de onze. Als je achteraf ziet hoe de medewerkers daarmee zijn omgegaan, kan ik alleen maar een diepe buiging maken. Het is hartverwarmend te zien hoe de saamhorigheid is vergroot.   Lessons learned Ten slotte wil ik wat tips delen met ziekenhuizen die aan de vooravond staan van een epd-overstap: onderschat het niet. Breng je hardware vroegtijdig op peil en start direct met onderdelen als portalen en zuilen. Voor een portaal moet je namelijk aan strenge beveiligingseisen voldoen. En wat betreft de zuilen: dat heeft veel impact op de logistiek in je hal en bij de inschrijfbalies. Stel jezelf de volgende vragen: waar komen de afsprakenbureaus en inschrijfbalies? Wat is er fysiek en wat niet? Hoe werkt dat samen? Wat moet er verbouwd worden? Als u op tijd begint én gaat voor standaardcontent, dan heb ik er alle vertrouwen in dat ook ú een succesvolle overstap maakt.Auteur: Mark de Jong, lid van de raad van bestuur van Alrijne Zorggroep en verantwoordelijk voor de portefeuille bedrijfsvoering.Benieuwd naar het praktijkverhaal van Leger des Heils? In deze video legt procesbeheerder, Irene de Jong, uit hoe het Leger des Heils hun EPD hebben geïmplementeerd.
Uniformeren, niet standaardiseren | One IHC
Inhoud   Royal IHC is actief in de scheepsbouw en daaraan gerelateerde bouw van specifieke, meestal hoog-technologische, modules. De groep bestaat uit vier afdelingen: Dredging, Mining, Offshore en Technology & Services. Gezamenlijk draaiden ze een omzet van 1 miljard euro in 2011, met een drieduizendtal medewerkers wereldwijd. Met een geschiedenis van 300 jaren valt IHC zonder twijfel buiten de gemiddelde leeftijdscategorie van ondernemingen. CEO Dave Vander Heyde schetst de context waarbinnen zijn firma de jongste jaren evolueerde. In 2005 werd de afdeling Scheepsbouw van de firma IHC Caland (nu SBM Offshore) afgesplitst via een leveraged management buy-out. Die afsplitsing gebeurde net vóór een lange periode van baggergedreven hoogconjunctuur. Het resultaat was een grote instroom aan orders, met een betere kapitaalstructuur en liquiditeits- en schuldenpositie als gevolg. Nieuwe activiteiten werden opgestart, via de aankoop van technologiebedrijven en de creatie van aparte afdelingen. Met het ondernemerschap hoog in het vaandel kreeg elke afdeling veel vrijheid om zichzelf op de markt te positioneren. Die decentrale structuur zorgde voor een stabiele, organische groei, maar vandaag resulteerde dat ook in een lappendeken aan systemen, processen en procedures, verdeeld over een veertigtal ondernemingen. Er zijn ter illustratie vandaag vijf verschillende gespecialiseerde ERP-systemen in gebruik, die momenteel weinig of wat moeizaam met elkaar communiceren.One IHC Voor de realisatie van de toekomstige groei van alle IHC-activiteiten werd midden 2012 een groot integratieproject gelanceerd, onder het motto ‘One IHC’. De doelstelling is het uniformeren van alle processen, procedures en het lappendeken aan systemen. Van het huidige decentrale ondernemerschap wil IHC met de term ‘uniformisering’ dus evolueren naar een ondernemerschap ingekaderd door een centrale sturing, en dat zonder afbreuk te doen aan de operationele activiteiten tijdens die omschakeling. “We kijken naar een geleidelijke evolutie, géén revolutie, want de dagelijkse activiteiten mogen niet stilvallen”, aldus Dave Vander Heyde. De uitwerking zal gebeuren via onderverdeelde subprojecten: ‘One Finance’ en veertien verschillende domeinen. Als eerste in de planning staat alvast een grote uitdaging: ‘One Process’, zijnde de gelijkschakeling van de businessprocessen ondersteund door, idealiter, één ERP-systeem, met unieke mastergegevens.Het project en de rollen  Voor elk domein werd een beperkte werkgroep opgericht, bestaande uit een projectleider die de eindverantwoordelijkheid draagt, een senior user, een beperkt aantal projectteamleden en eventueel een transversale expert. IHC koos bewust voor de combinatie van een projectleider met een senior user. De senior user werkt als klankbord voor de andere leden van de werkgroep. De interne of externe expert, die deel kan uitmaken van verschillende werkgroepen, brengt van zijn kant de gevraagde expertise en zorgt voor de kwaliteitscontrole van de deliverables. Om het overzicht over de 14 deeldomeinen te bewaken, werd een externe programme manager aangesteld. Op die manier worden mogelijke wrijvingen vermeden en vertrekt men bij de analyse van een blanco blad, losgekoppeld van eventuele historische aspecten. De programme manager heeft drie specifieke taken: het beheren van het overzicht en interacties van de werkgroepen, de dagelijkse aansturing en vooral ook de bewaking van de uniformeringslijn en daaromtrent sturing geven aan de werkgroepen.De wensen van de mensen Het valt op dat ICT niet of nauwelijks vertegenwoordigd is in de werkgroepen, uitgezonderd uiteraard bij de expliciet ICT-gerelateerde werkgroepen. “We willen immers in eerste instantie geleid worden door de wensen van de mensen, zonder beperkingen vanuit de invalshoek van ICT”, aldus Dave Vander Heyde. De taak van de werkgroepen is het omschrijven van de huidige situatie, de behoeften, de wijze waarop daaraan voldaan kan worden met bijbehorende planning, een kostenanalyse en ten slotte, in een breder kader, de potentiële opbrengst en het risicoplaatje voor IHC. Het is absoluut niet de bedoeling om het wiel opnieuw uit te vinden! Dave Vander Heyde vat zijn instructies naar de werkgroep als volgt samen: “Evalueer en kies. Indien nodig, optimaliseer. Pas als het echt niet lukt, verzin dan iets nieuw.” Om de veertien dagen rapporteert de werkgroep haar voorstellen aan de Programme Board, die op haar beurt verder rechtstreeks rapporteert aan de Board of Directors. Die board wordt geleid door de CFO en bestaat uit de programme manager, de business change manager en een senior user. De aanwezigheid op dit niveau van de twee laatstvernoemden toont de grote aandacht die geschonken wordt aan de menselijke factor binnen het gehele project. De doelstellingen van de Programme Board zijn, naast het evalueren van de voorstellen, de algemene communicatie, planning en voortgang van ‘One IHC’. De Programme Board krijgt twee weken voor haar beslissing om het voorstel van de werkgroep te aanvaarden of niet. Een eventuele weigering gaat altijd gepaard met duidelijke richtlijnen ter verbetering. Wanneer een aanvaard voorstel een strategische impact heeft, gaat dat eerst nog naar de Board of Directors voor een finale goedkeuring. Zij hebben vier weken om te beslissen. Het spreekt voor zich dat de aanwezigheid van de CFO in beide organen de discussies vergemakkelijkt.Blogging binnen het bedrijf Met veelvuldige periodieke besprekingen en een heldere communicatie naar alle medewerkers is het de bedoeling om de bewustwording en het draagvlak te vergroten, nog voor de daadwerkelijke wijzigingen plaatsvinden. “We laten de geesten binnenshuis langzaam rijpen om hen te laten meegaan in onze wandeling in een nieuwe richting”, aldus Dave Vander Heyde. Omdat de communicatie van essentieel belang is, trok IHC een externe communicatiemanager aan op deeltijdse basis. In nauwe samenwerking met de interne business change manager werd ervoor gekozen om de formele communicatie op een enigszins informele manier in te kleuren (bv. door het gebruik van cartoons) en ook hedendaagse internettechnieken te gebruiken. Via periodieke blogposts, waarop iedereen commentaar kan geven, worden de medewerkers geïnformeerd over de voortgang van het project. Filmpjes, interviews met directieleden, waaronder dat van de CFO, periodieke rapporten, opiniestukken, … worden online gezet op het intranet van de firma. Vooral de jongere medewerkers gaan daar enthousiast op in en via hen genereert die uitwisseling van informatie wel degelijk de beoogde interacties.What’s next? Een dergelijk grootschalig, allesomvattend project en de diversiteit aan activiteiten van IHC impliceren dat er maar twee keuzes zijn inzake de benodigde onderliggende ERP-oplossing: maatwerk of een basisplatform met interacties. “Een gigantisch maatwerk zou een verkeerde keuze zijn met betrekking tot het totale kostenplaatje”, volgens Dave Vander Heyde. De andere optie lijkt derhalve aangewezen, zijnde het opzetten van een systeem gebaseerd op de grootste gemene deler, samen met goedbedachte en werkende interacties van en naar de verschillende niche-satellietsystemen. Begin 2013 zal ‘One Process’ uitgetekend zijn, de blauwdruk van alle huidige en toekomstige processen waarbinnen alle methodes en instrumenten moeten vallen. Dat zal dus als fundering dienen voor de overige domeinen. Daarnaast zal er een shortlist van potentiële ERP-softwareleveranciers opgesteld zijn. In de daaropvolgende maanden zal er één leverancier gekozen worden, waarmee het gefaseerd uitrollen per gekozen domein in gang getrokken wordt. Dave Vander Heyde gelooft immers niet in een big-bangaanpak: “Dat is onrealistisch.” De bedoeling is om na elke opstart een minimum aan wijzigingen te hebben voor de medewerkers, dankzij de opzet, het voorbereidende werk en de permanente communicatie. “Change management is het belangrijkste, gevolgd door een vlotte implementatie en acceptatie van de medewerkers”, aldus Dave Vander Heyde.Inzetbaarheid en luchtkastelen Door te kiezen voor een opzet met een senior user binnen elke werkgroep vangt IHC twee vliegen in één klap. Enerzijds wordt daarmee het dilemma van inzetbaarheid opgelost. Bij grootschalige en belangrijke projecten worden meestal de meest capabale medewerkers ingezet om alles tot een goed einde te brengen. Helaas beschikt dat type medewerkers per definitie over weinig tijd. Bij IHC is de senior user echter géén projectleider, maar vervult die een adviserende rol. Daardoor hoeft hij/zij niet altijd aanwezig te zijn binnen de werkgroep en verliest hij/zij geen tijd met alle klassieke projectmatige opdrachten, zoals het opstellen van een planning voor vergaderingen, rapporteren, beschrijven etc. Anderzijds bestaat er altijd het risico dat werkgroepen, in hun enthousiasme, zelfstandig welbepaalde ‘luchtkastelen’ gaan bouwen, zijnde het bedenken en beschrijven van onrealistische of onnodige functionaliteiten. Zoiets brengt veel tijdverlies, onnodige interacties en frustraties met zich mee. Met zijn/haar ruime ervaring werkt de senior user daar als validerende klankbord. Hij/zij zal ervoor zorgen dat iedereen zich wel degelijk bewust is van de daadwerkelijke behoeften en implicaties tijdens de besprekingen.Auteur: Martin van Wunnik, FD Magazine

Copyright © 2024 Mavim B.V.