Overslaan en naar de inhoud gaan

dataprotectie

Wég met de baseline!
Inhoud   Het is alweer ruim 20 jaar geleden dat de voorloper van de Code voor Informatiebeveiliging (CvI) werd geboren. Zover ik weet ontstond ze uit een vrijage van Shell met het Britse Ministry of the Interior als een antwoord op de uit de hand lopende automatisering. Tot dan toe was er vanzelfsprekende controle door de geslotenheid van de gebruikte systemen. Client-server brak met de regels en zorgde voor onduidelijke grenzen aan je systeem. Je moest met veel meer verschillende factoren rekening gaan houden. Bovendien was er een heel nieuwe groep IT’ers die zich met dataverwerking ging bezighouden die de oude beveiligingsparadigma’s niet had geleerd. Het antwoord op deze ontwikkelingen was een ‘best practice’. Zo’n verzameling handreikingen was handig als checklist en verschafte je als nieuweling gelijk een soort opleiding in de strijd voor de veiligheid.   Best practice Gaandeweg werd duidelijk dat het eenmalig afwerken van een lijst maar beperkt soelaas biedt. Continue beheersing is nodig, met een kwaliteits-‘proces’. De PDCA-toevoeging was geboren en kreeg later een ISO-jasje. Certificeren doen we nu al jaren op basis van die PDCA waarbij de best practice er is om vanuit de risico’s uit te kiezen, niet om blind uit te voeren.   Baseline Er is al jaren óók een beweging die daar dwars tegenin gaat, die zogenaamde ‘baselines’baart. Baselines zijn maatregelsets die een basisniveau aan beveiliging moeten opleveren en direct duidelijkheid geven over wat er moet worden gedaan. Een soort bevroren best practices, dus. Bijzondere systemen en processen die meer beveiliging behoeven krijgen extra maatwerkmaatregelen. Dat klink toch goed? Ja, best goed, maar er zijn nadelen, flinke nadelen. Om te beginnen bedenkt iedereen sector zijn eigen baseline, als uitdrukking van de eigenheid. Het heeft in dat geval niets met de inhoud te maken, maar is een poging de eigenheid als verleider te gebruiken om de boel in beweging te krijgen. Zo is er één voor de rijksoverheid (de BIR), voor de gemeenten (de BIG), de waterschappen (ja, de BIWA), voor woningbouwcoöperaties (de BIC) en een voor de Provincies (nee, niet de BIP, maar de Interprovinciale Baseline Informatiebeveiliging, de IBI). En ik mis er vast nog wel een paar. De centrale gedachte is dat binnen sectoren de organisaties risico’s en cultuur delen en daarom een eigen baseline verdienen. Mijn waarneming is dat de verschillen tússen sectoren vaak kleiner zijn dan tussen organisatie bínnen een sector.   Volwassenheid Al die baselines zijn (soms losjes) gebaseerd op de CvI (of nazaten daarvan) en vertonen nogal verschillende niveaus van volwassenheid. Vaak zie je het ontstaansproces erin weerspiegeld: iedere deelnemer in de werkgroep zijn zin of alleen dat waar we het over eens kunnen worden. De BIWA onderscheidt zo’n 280 maatregelen, de IBI 1.906. Dan is er het vraagstuk van het onderhoud. Goedwillende groepen mensen (zoals in elke vereniging getrokken door een paar bevlogen types) bouwen onvermoeibaar een versie 1. De eerst update wil dan ook nog wel lukken, maar dan is de energie er wel uit. Hoe moet het daarna verder, wie pakt het dan op?   Kwaliteitsproces Heb je je baseline al weten te beleggen bij alle uitvoerders in je organisatie, dan komt de vraag hoe je het kwaliteitsproces aan de gang houdt. Het ‘project’ is immers voltooid. Een kwaliteits-‘proces’ biedt een prima antwoord met zijn cyclische benadering, maar dát zit in zo’n baseline nou net niet mee verpakt.. Dan is er ook nog de afstemming met je leveranciers: ga je al die maatregelen stuk voor stuk met ze doornemen? We zijn in een wereld beland waarin we elkaar ISO-certificaten toesturen, of ISAE-rapporten. XL-sheets vol met sector-eigen maatregelen opsturen naar jecloud-suppliers is geen zeker succesrijke strategie. Dat levert een ingewikkeld gesprek of een heel hoge rekening op, geen directe bijdrage aan de veiligheid.   Beoordeling En last but not least is er de vraag van de beoordeling van het resultaat: krijgt iedere sectorale baseline een eigen beoordeling en certificaat? Dat levert allemaal oordelen van heel verschillende vorm en inhoud op, waarmee het slecht communiceren is naar je doelgroep of toezichthouder. We werken ondertussen steeds meer in ketens waar dat wél nodig is. Ik ken ondertussen een paar sectoren waar de baseline niet echt het verschil heeft gemaakt. De baseline heeft eerder geleid tot vragen als: moeten we dat allemaal wel toepassen? En in welke volgorde? Kan het niet wat minder? Dan worden er analyses en grootse plannen (documenten) tegenaan gegooid, wat al snel leidt tot stroperigheid. Na verloop van tijd (soms jaren) is de energie weg en een kans voor meer veiligheid verkeken.   ISO27001 Ondertussen wint de ISO27001 sterk aan reputatie en toepassing in de volle breedte. De certificaten verschaffen klanten en toezichthouders een genormeerd, uniform en dus te vertrouwen oordeel over hoe je organisatie -doorlopend- met informatiebeveiliging bezig is. De ISO-norm wordt ook inhoudelijk steeds volwassener, ook al is er kritiek mogelijk. Bijvoorbeeld dat deze internationale norm ruimte voor verschillende volwassenheidsniveaus toelaat. Het is immers primair een hulpmiddel voor toepassing door organisaties die aan veiligheid willen werken. Aanvullende transparantie over de volwassenheid van de maatregel-implementaties kan dat probleem verhelpen.   Aanvullen staat vrij Een verwijt dat ook gemaakt wordt is dat de IT-ontwikkelingen (met name bij cloudtoepassingen) sneller gaan dan deze best practice. Dat is waar, maar niets weerhoudt je ervan om een andere of aanvullende best practice te gebruiken om die tekortkoming te repareren, zoals de CloudControlsMatrix of de ENISA-checklist. Kortom de ISO27001 is het beste instrument voor interne en externe doelen. Dus wég met de baseline en húp met de ISO27001. Werk aan een volwassen beheersing op basis van je eigen risicobeoordeling, organisatiestijl en -cultuur en vraag dat ook van je leveranciers.    Er is hoop! Aan het begin van de zomer is bekend geworden dat in overheidsland (onder aanvoering van BZK) gewerkt gaat worden aan de BIO, de Baseline Informatiebeveiliging Overheid.. maar pas nádat eerst een update van de BIR is gedaan. Wordt de BIO nóg een baseline zult u zeggen, of is het doel opruimen van de wildgroei en streven naar uniformiteit? Het lijkt erop dat mijn bede -een beetje- verhoord wordt en de ISO27001+2 écht de kern gaan vormen. Er zal een ‘dun laagje’ omheen geschreven worden, verschillend per overheidslaag.. Maar of het PDCA-denken écht de kern wordt? We zullen zien, waar het toe leidt, hoopgevend is het zeker. Hoop hebben we ook nodig, want werken met baselines…. brrrrrr! Wég met de baseline!Door: André Beerten. Staat informatiebeveiliging ook bij uw organisatie hoog op de agenda? Bekijk hier hoe u eenvoudig grip krijgt op de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van informatiestromen
Over de invloed van de EU regelgeving gegevensbescherming op de zakelijke markt
Inhoud De brede regelgeving van de Europese Commissie over de algemene bescherming van persoonsgegevens (GDPR) zal een sterke impact hebben op bedrijven binnen en buiten Europa. Vanaf 2018 moet elke organisatie die persoonlijke informatie over Europese burgers verzamelt, gebruikt of deelt, kunnen aantonen dat zij voldoet aan deze inmiddels fel omstreden regelgeving. Hieronder vallen ook de gebruikte technieken binnen het model en de infrastructuur van de organisatie, waarmee men de persoonlijke gegevens afschermt voor de buitenwereld. Het beschermen van persoonsgegevens moet op alle niveaus geïntegreerd zijn binnen de organisatiestructuur van de onderneming.    De beveiliging van een enorme hoeveelheid data In de Cloud wereld, die 24 uur per dag en zeven dagen per week doorgaat, zien gebruikers hun persoonlijke informatie als een levend systeem. Wat de meeste gebruikers echter niet beseffen is dat hun persoonlijke data intensief wordt gekopieerd, getest en beoordeeld door de organisaties die deze data in beheer hebben. Op deze wijze beoordelen ondernemers de persoonlijke gegevens op integriteit en volledigheid. Een dergelijk integriteitsproces biedt de ondernemers de mogelijkheid om bepaalde gegevens, zoals de financiële status, de woonomstandigheden, de burgerlijke staat en het surfgedrag van de gebruikers, te rangschikken. Hierna worden deze gerangschikte gegevens intern gebruikt en vaak aangeboden en benaderd door derden. Zo kunnen kleinere ondernemingen, bijvoorbeeld op basis van een abonnement, gebruik maken van persoonsgegevens door simpel op de site van de aanbieder in te loggen met een gebruikersnaam en een wachtwoord.   Veranderingen in de interne organisatie De nieuwe regelgeving van de Europese Commissie zal dit patroon aanzienlijk doen veranderen. In de nabije toekomst zal elke software-ontwikkelaar zich terdege bewust moeten zijn van zijn verantwoordelijkheden als databasebeheerder. Een probleem hierbij is dat dit concept of denkpatroon voor veel software-ontwikkelaars geheel onbekend is. Vaak ontwikkelen zij applicaties op basis van innovaties en creativiteit waarbij de beveiliging van de gegevens ondergeschikt is. Alhoewel er bij ondernemers enige verantwoordelijkheid bestaat als het gaat om het beheren en het beveiligen van persoonlijke informatie, zal de nieuwe regelgeving deze ondernemers werkelijk aansprakelijk stellen als het gaat om het beveiligen van persoonsgegevens. Ondernemers worden hierdoor gedwongen om flink te investeren in opleiding, training en technologie zodat zij kunnen voldoen aan de eisen en de regelgeving van de Europese commissie. Voor veel bedrijven zal dit betekenen dat zij hun organisatiestructuur volledig moeten aanpassen zodat zij een data-first model kunnen hanteren.   Investering in technologie Op dit moment wordt geschat dat ongeveer 90 procent van de persoonsgegevens wordt bewaard in kopieën. De eerste stap, in het naleven van de regelgeving van de Europese commissie, is het inventariseren van zowel de productieve als de niet-productieve omgeving zodat men weet waar deze data zich bevindt. De stap die hierop volgt is de aanschaf van de technologie die de mogelijkheid biedt om de verspreide data te lokaliseren en te beveiligen. Dit zal tot een noodzakelijke investering leiden in technologieën waarmee men de bestaande gegevens en de latere kopieën kan afschermen en pseudonimiseren. In het geval van een inbreuk op deze persoonlijke data zullen deze investeringskosten echter verbleken ten opzichte van de mogelijke boete van vier procent van de totale omzet van de onderneming.   Conclusie Gezien de steeds toenemende kansen en de ernst van de inbreuk op persoonlijke gegevens is het van groot belang dat ondernemingen duidelijk aangeven dat zij de regelgeving van de Europese commissie naleven en zij zeer zorgvuldig met de persoonlijke gegevens omgaan. Hiervoor zullen deze bedrijven binnen hun totale organisatiestructuur een databeveiligingsstrategie moeten implementeren waarmee men de persoonlijke gegevens maximaal beveiligt zodat het risico voor hun gebruikers minimaal is. Door te pleiten voor de invoering van deze voorzorgsmaatregelen stuurt de Europese commissie aan op een waarborg dat de persoonlijke gegevens beveiligd zijn of onbruikbaar worden gemaakt indien cybercriminelen succesvol inbreuk maken op de bedrijfssystemen. Met deze regelgeving worden ondernemingen beter beschermd tegen de financiële gevolgen en het reputatieverlies als er inbreuk op de persoonlijke gegevens plaatsvindt. De Europese commissie verwacht als tegenprestatie echter wel dat de zakelijke markt gaat investeren in het beschermen van bedrijfsdata en persoonlijke gegevens van de gebruikers.Bron: bitMIND
Databeschermingswet aangenomen door Europees parlement
Inhoud Na vier jaar onderhandelen is er in Europa een nieuwe dataprotectie overeenkomst. In Straatsburg hebben de lidstaten van de EU hun goedkeuring gegeven aan wetgeving voor de verwerking van privégegevens en richtlijnen voor de handhaving van die wet op justitieel niveau. Sinds 1 januari geldt in Nederland de meldplicht datalekken. Daarmee loopt Nederland tamelijk voorop in Europa. Deze week is de Europese variant goedgekeurd door het Europees parlement. De overige Europese lidstaten krijgen nu nog twee jaar de tijd om hun wet- en regelgeving in lijn te brengen met de Europese wetteksten. Voor consumenten betekent de regulering: Het recht om vergeten te worden. Het recht om je gegevens naar een andere dienstverlener over te zetten. Het recht te weten of je gegevens gehackt zijn. Voor organisaties etekent de regulering: De plicht om nadrukkelijk toestemming te vragen van betrokken personen voor het verwerken van privégegevens. De plicht om privacybeleid helder en begrijpelijk uit te leggen. Strenge handhaving en boetes tot 4 procent van de totale internationale jaaromzet bij overtreding. Met name dat laatste is een verschil met de regelgeving die Nederland inmiddels zelf al heeft opgesteld (in Nederland geldt vanaf 1 januari 2016 een boete van maximaal 820.000 euro tegemoet zien voor iedere keer dat een organisatie in gebreke blijft bij de bescherming van privacygevoelige gegevens). Maar de grootste winst zit in het feit dat er nu eindelijk zicht is op een uniform Europees databeschermingsbeleid.Uniform "Door de General Data Protection Regulation wordt goede uniforme databescherming nu een realiteit in de hele EU”, zegt Jan Philipp Albrecht van de Deense Groenen, die deze wetgeving door het Europees Parlement wist te loodsen. “Burgers kunnen nu zelf beslissen welke persoonlijke informatie ze willen delen en voor bedrijven komt er nu ook eindelijk duidelijkheid. Deze nieuwe wet zorgt voor vertrouwen, juridische eenduidigheid en eerlijke concurrentie.”Encryptie Volgens Pieter Lacroix, Managing Director Sophos Nederland, betekent deze wetgeving opnieuw werk aan de winkel voor veel organisaties. Voor zover dat nog niet gebeurd is onder druk van de meldplicht datalekken, zullen bedrijven nu snel moeten nagaan wat de impact van deze regels zal zijn voor hun Europese business. Zijn advies: "Wacht niet tot alle lidstaten hun wetgeving hebben aangepast, maar maak van databescherming een bestuurstaak. Laat je adviseren waar nodig, en zorg dat alle data die in je bedrijf omgaat proactief beschermd wordt, door encryptie toe te passen en alle beveiligingsoplossingen in de organisatie voortdurend up-to-date te houden. En houd er rekening mee dat deze wetgeving geldt voor alle bedrijven die gegevens bewaren over Europese burgers, ongeacht of zo’n bedrijf zelf een Europese basis heeft of niet."  Bron: biplatform.nl

Copyright © 2024 Mavim B.V.