Overslaan en naar de inhoud gaan

transformatie

Vijf archetypen van digitale disruptie
Inhoud Onderzoek van MIT naar succesvolle digitale bedrijfsvoeringen – vastgelegd in het recente boek ‘Leading Digital’- heeft opgeleverd dat er vijf duidelijk onderscheidbare archetypen van digitale disruptie zijn.   Platformverschuiving Het fundamenteel herschikken van een markt door het introduceren van een nieuw platform voor vraag en aanbod. Uber doet het voor het taxivervoer, Airbnb voor hotelverblijven en Spotify en iTunes voor muziek. In alle gevallen wordt een digitaal platform geïntroduceerd dat zowel aantrekkelijk is voor kopers als aanbieders en dat de bestaande manieren van het koppelen van vraag en aanbod vermijdt. Als zo’n platform eenmaal een bepaalde kritische massa heeft bereikt, is de economische kracht ervan heel moeilijk te bestrijden door de gevestigde orde. ‘Platforms eten de wereld’, daar komt het op neer.    Digitaal vervangen Het volledig vervangen van cruciale producten en diensten door een nieuw, digitaal formaat. Er zijn maar weinig beperkingen aan technologie en daarom zijn er uiteindelijk ook maar weinig limieten aan wat er allemaal gedigitaliseerd kan worden. En of het nu gaat om boeken, muziek, brievenpost of 3D-printing, er zal altijd een bepaalde vorm van kannibalisme plaatsvinden om van het ene formaat naar het andere te komen. Vraag maar aan Netflix, dat vroeger videocassettes per post naar de klant stuurde.    Digitale extra’s Nieuwe technologieën kunnen de mogelijkheid bieden een bestaand portfolio van producten en diensten uit te breiden met digitale extensies, zodat er nieuwe, heel andere inkomstenbronnen worden aangeboord. Gevestigde bedrijven zijn hier zelfs in het voordeel omdat ze de kans hebben voort te borduren op de kracht van het merk en bestaande producten. Bedrijven als Nike en New Balance hebben bijvoorbeeld laten zien hoe een lijn van sportkleding succesvol kan worden verrijkt met ‘wearables’.    Keten veranderen De manier waarop een bedrijf door middel van een keten waarde produceert, kan met digitale inspiratie volledig anders worden ingericht. Denk aan andere kanalen om contact te maken met klanten, partners of toeleveranciers, zoals social media. Niet zelden zullen tussenpersonen buiten spel worden gezet, kijk maar naar verzekeringen, retail en reizen. Maar het kan ook anders: Volvo gebruikt de ‘connected car’ om zelf dichter bij klanten te komen, maar gebruikt de inzichten ook om het dealerkanaal beter te ondersteunen.    Propositie vernieuwen Het gaat bij het verzinnen van nieuwe bedrijfsmodellen niet altijd om volledig nieuwe concepten. Je kunt ook een nieuw perspectief hanteren op bestaande producten, diensten en de bedrijfskolom. Er zijn als verzekeraars die mobiele technologie en real-time data gebruiken om ‘on time’ verzekeringen aan te bieden voor heel specifieke situaties en doeleinden. Zo boren ze nieuwe, tot nu toe onafgedekte klantbehoeftes aan. Maar soms kan een bedrijf ook zitten op een schat die nog niet ontdekt is. Mediabedrijf Entravision had zoveel relevante data verzameld over de kijkvoorkeuren van zijn klanten dat het besloot een geheel nieuwe bedrijfsvoering op te zetten rond ‘customer analytics’. Met veel succes. Auteur: Ron Tolido
De vier pijlers van Aegon
Inhoud Jos van der Have, Business Information Manager bij Aegon, gaat tijdens het Jaarcongres Information Management in op de wens van deze verzekeraar om een digitaal klantbedrijf te worden, waar de klant zelf aan het stuur zit. Daartoe zet Aegon data om naar kennis over de klant. Dit proces wordt versneld door de toename van het directe klantcontact, waarbij klanten steeds meer informatie willen ontvangen om zelf te kunnen beslissen. Van der Have geeft aan hoe vier pijlers de digitale transformatie bij Aegon ondersteunen. De eerste behelst een verandering van cultuur, waarbij het er om gaat de klant zelf keuzes te laten maken. KPI’s zorgen er voor dat kwaliteitsverbetering te meten is, tot op het niveau van de individuele medewerker. Processen vormen een tweede pijler. Waren deze vroeger intern gericht, nu is ook hier de klant centraal komen te staan. De verbetercyclus wordt gevoed door feedback van de klant. En dan IT, als derde pijler. Hier staat het CRM-systeem centraal, dat in de woorden van Van der Have de klant een ‘effortless experience’ moet leveren. Aan de vierde pijler besteedt Van der Have de meeste tijd, alhoewel hij duidelijk aangeeft dat de vier pijlers hetzelfde belang hebben: ‘Er moet evenwicht zijn.’ Aegon heeft in zijn databeleid het opleiden van analisten als speerpunt. Datakwaliteit is een ander belangrijk aandachtspunt. Gegeven de heterogeniteit van data is dit een opdracht die almaar complexer wordt. Ook hier kijkt de verzekeraar naar het meetbaar maken met behulp van KPI’s, maar zo ver is het nog niet. Data is voor Aegon de grondstof voor de transformatie naar een digitaal klantbedrijf. En data is kennis. Van der Have: ‘Kennis is de basis voor onder meer de net promoter score, de online experience van de klant, en voor het fact-based besturen van de organisatie.’Auteur: Arnoud van GemerenMeer weten over de vier pijlers van digitale transformatie? In deze animatie kunt u zien hoe het Novius B&IP Raamwerk® helpt bij het vertalen van uw bedrijfsstrategie naar concrete acties en projecten.
3 Grootste uitdagingen voor IT
Inhoud Het beheer van afzonderlijke silo’s, het bijhouden van vernieuwingen en het adequaat reageren op nieuwe aanvragen zijn de grootste uitdagingen voor IT-afdelingen. Hierop duidt onderzoek van Telindus onder 376 IT-professionals. De respondenten gaven aan welke moeilijkheden zij tegenkomen bij de serviceverlening van de eigen IT-afdeling. De resultaten liggen dicht bij elkaar, wat de complexiteit van het runnen van een IT-afdeling goed weergeeft. Naast de drie bovengenoemde uitdagingen zijn het vinden van gekwalificeerd personeel, de groei van omgevingen en de integratie van nieuwe technologieën en vergrijzing van het personeel knelpunten. Harm de Haan, manager consultancy & lid van de Advisory Board bij Telindus, licht de resultaten toe: “In 2015 moet de IT-afdeling stappen zetten naar een creatieve organisatie die zelf ideeën aandraagt om de business slagvaardiger te maken; dit noemen we Adaptive IT. Een grote uitdaging met het oog op de complexiteit van het beheer vandaag de dag.  Het feit dat de IT-infrastructuur in veel gevallen nog opgedeeld is in silo’s zorgt ervoor dat er te veel tijd en budget gespendeerd wordt aan het laten draaien van de IT-omgeving. IT-afdelingen komen hierdoor niet toe aan het introduceren van nieuwe ideeën om de business te laten groeien. Daarnaast wordt dit bemoeilijkt door het tekort aan IT-specialisten en de vergrijzing. Dit alles zorgt ervoor dat steeds meer organisaties ervoor kiezen het technisch beheer uit te besteden om zo de slagkracht alsnog te vergroten.” Bron: IT Executive
IKEA klaar voor digitale tijdperk?
Inhoud Digitale technologieën en oplossingen veranderen de manier waarop mensen leven, hoe ze omgaan met bedrijven en tal van andere zaken ingrijpend. De internationale retailer van meubels en woonartikelen IKEA neemt de digitale transformatie zeer serieus. Oud CIO Paolo Cinelli is een van de belangrijkste managers die deze nieuwe toekomst voor IKEA vormgeeft.U bent dit jaar overgestapt van een traditionele CIO-rol naar een chief digital officer-positie. Hoe geeft u die digitale toekomst vorm? "Ik zie het als een evolutionaire stap in mijn carrière en de toekomst van het bedrijf. In mijn zes jaar als CIO van IKEA zijn er veel veranderingen geweest in de manier waarop we de vraagkant van ICT hebben ingericht. Ik wilde graag een andere rol en het bedrijf stond open voor de nieuwe positie die ik ambieerde. Het sturing geven aan IKEA's digitale toekomst geeft me een enorme kans om als manager technologie naar een volgend niveau te brengen en daarmee groei voor het bedrijf te creëren. Als voormalig CIO zal ik het nodige realisme meebrengen. Om specifiek te zijn, ik zal genoeg aandacht vragen voor de informatie-architectuur die nodig is om goed te kunnen innoveren. Daarnaast zal ik het juiste tempo aanbrengen in de innovatie. We moeten technologie gebruiken die klaar is voor massaproductie. Met mijn CIO-ervaring als achtergrond ben ik er ook van doordrongen dat innovatie niet door één persoon te realiseren is. Het is een collectieve roadmap die met een team van getalenteerde mensen gerealiseerd wordt."Wat is essentieel in een digitale transformatie? "Het veranderprogramma is momenteel vooral gericht op het verbeteren van de klantervaring. Onlangs zijn er een aantal investeringen in verkoop- en marketingtechnologieën gedaan. We verzamelen veel informatie over interactie met de klant om de klantervaring online en in de winkels te verbeteren. Maar door het verzamelen wordt deze informatie ook een activia op zich, die we in de toekomst op een andere manier kunnen inzetten. Als klanten een aankoop afronden, willen we informatie aanbieden over andere producten die ook relevant kunnen zijn voor hun slaapkamer of keuken. We willen koopsuggesties creëren en een klantrelatie opbouwen die verder gaat dan die ene verkooptransactie. Een ander toepassingsgebied is het ingrijpend verbeteren van de productkwaliteit door te monitoren hoe deze producten het doen als ze thuis gebruikt worden."Wat zal de impact van het Internet of Things op de digitale transformatie zijn? "IoT stelt ons in staat om producten in een waardeketen via internet te ontsluiten. In een productie-omgeving zet een aantal van onze leveranciers dit al in om zeer geavanceerde technieken in te kunnen voeren. Qua logistiek zie je bijna volledig geautomatiseerde magazijnen. Robots zijn ver ingevoerd bij de productie. Verbetering van productinformatie in zo'n logistieke keten door deze beschikbaar te stellen en de toepassing uit te breiden is belangrijk. Naarmate de informatie over producten verfijnder is, kun je het inzetten voor betere en snellere inzichten. In de toekomst zal IoT ook een middel zijn om dichter bij de klant te komen. We kunnen spelen met slimme meters, het vastleggen van omgevingscondities in huis waar producten in gebruik zijn en sensordata inzetten om klanten een beter product te bieden. Voor mij is het niet één trend, zoals digitalisering, die een verschil maakt. Het is een combinatie van trends die innovatieve technologie zijn kracht heeft. Neem robotisering en het gebruik van ingebedde digitale productgegevens. Voor de koppeling van een maatschappelijke trend als vergrijzing met digitalisering geldt hetzelfde. Het is juist de combinatie die nieuwe creatieve oplossingen mogelijk maakt." We zijn erg optimistisch over de kans van slagen, maar tegelijkertijd ook bescheiden. We leren veel en zullen veel moeten leren. Dat betekent nieuwe persoonlijke vaardigheden voor mezelf. Je hebt leidinggevende ervaring nodig om over de grenzen van verschillende business-dimensies heen te kunnen begrijpen wat de gevolgen en mogelijkheden van deze nieuwe technologie zijn. Met zo'n insteek kun je de juiste ingrediënten voor een digitale transformatie aanwijzen. Maar ook het team en het bedrijf zullen moeten leren. Heeft IKEA voldoende vaardigheden en business-analisten om bijvoorbeeld de tsunami aan informatie die we zullen verzamelen aan te kunnen? Daarnaast willen we samen met externe partijen innoveren en overwegen onze nu nog gesloten IT-omgeving open te zetten. Het is de bedoeling om dit in gang te zetten, maar we hebben nog een lange reis voor de boeg."Auteur: Sytse van der Schaaf Is uw organisatie klaar voor het digitale tijdperk? En bent u al bezig met digitale transformatie?
Innoveer omdat het moet
Inhoud Veel grote bedrijven willen wel vernieuwen, maar kunnen het vaak niet. CEO’s zien regelmatig nieuwe marktkansen, maar hebben tegelijkertijd angst deze te omarmen of komen andere struikelblokken tegen. Desondanks is innovatie onontbeerlijk. Begin ermee voor het te laat is, is het devies van Gartner-analist Stephen Prentice.   Met name bij succesvolle en grotere organisaties wordt innovatie gezien als een bedreiging van door de aandeelhouders en bestuurders zo gewenste stabiliteit en winstgevendheid, stelt Prentice, die een van de keynote-sprekers zal zijn op het Jaarcongres Innovatie en Transformatie dat op 17 september wordt gehouden in Fort Voordorp. (www.innovatietransformatie.nl/). Kleine organisaties kunnen niet anders dan innovatief zijn, omdat ze veelal nog een bescheiden marktpositie hebben en zich zullen moeten onderscheiden om te kunnen overleven of een doorbraak in de markt te realiseren.   Democratisering Door de democratisering van IT zijn nieuwe technologische ontwikkelingen bijna even toegankelijk voor kleine startende ondernemingen als voor grote concerns. Die trend dwingt bestuurders en IT-verantwoordelijken van grote, succesvolle firma’s om ook een innovatieve modus aan te nemen. Internet en cloud maken het voor kleine organisaties immers mogelijk om te acteren en opereren als waren het grote jongens. Gevestigde bedrijven hebben daarmee ineens een totaal nieuwe categorie concurrenten.   En het tempo van verandering zit er flink in, aldus Prentice. “Als je teruggaat naar het jaar 1960 hadden de organisaties met een beursnotering aan de S&P een levensduur van 75 jaar. Tegenwoordig zijn dit soort organisaties minder dan tien jaar oud. Dergelijke marktcijfers tonen als geen ander aan dat verandering bittere noodzaak is om te kunnen overleven.”   Negeer je deze realiteit, dan wacht het gevreesde Nokia-scenario van een ‘burning platform’ waarbij innovatie nog slechts geldt als laatste redmiddel. Zover wil geen enkele CEO of CIO het laten komen. Hoe vlieg je innovatie aan? Het is niet een kwestie van het veranderen, het is een kwestie van beginnen, meent Prentice. “Hoe je dat doet, verschilt van organisatie tot organisatie. Sommige concerns hebben een grote, interne onderzoeks- en ontwikkelafdeling. Andere organisaties schurken tegen een ecosysteem van starters aan en vernieuwen door succesvolle bedrijven op te kopen als zij op het punt van een doorbraak in de markt staan.   Welke vorm je ook kiest, je realiseert alleen waardevolle innovatie als je dit onderdeel weghoudt van de reguliere processen en van de bedrijfspolitiek. En je moet als organisatie en manager bereid zijn om mislukkingen toe te geven. Mark Field, de CEO van Ford, is een voorbeeld van een bestuurder die de nederigheid kon opbrengen om uitgebreid en openlijk te spreken over zijn fouten.”   Rol van de CIO Wat voor rol ziet Prentice weggelegd voor IT-managers? “Juist deze managers hebben de nodige uitdagingen om innovatie door te kunnen voeren”, zegt Prentice. “Zij moeten zoveel aandacht geven aan de dagelijkse operatie dat er geen ruimte meer is voor innovatie.   Sommige organisaties kunnen dit door hun omvang ondervangen door het operationeel beheer van ICT bij een aparte manager operations onder te brengen. De CIO heeft hierdoor veel meer ruimte voor innovatie. Andere CIO’s werken in een kleinere setting en zullen er zelf voor moeten zorgen dat zij aan innovatie toekomen. Een eerste vereiste is dan dat de dagelijkse gang van zaken vlekkeloos verloopt. Alleen dan kun je met een stip op de horizon waardevolle langetermijnvernieuwing aanboren.”Auteur: Sytse van der SchaafHoe wordt er binnen uw organisatie ruimte gecreëerd voor innovatie? Aan welke middelen en uitdagingen om te komen tot meer innovatie ontbreekt het IT-managers volgens u?   
DEEN Supermarkten: IT in dienst van customer engagement
Inhoud De concurrentie in de retail is de laatste jaren sterk toegenomen, waarin 'supermarktoorlogen' elkaar in hoog tempo opvolgen. Zo gebruikt Deen Supermarkten de digitalisering om voor te blijven. Zeker in tijden van economische crisis is de trouw van klanten minimaal, en betrokken bij de supermarkt waar ze boodschappen doen zijn ze al helemaal niet. Toch is het niet onmogelijk om als supermarkt de band met de klant te bevorderen, zegt Jan Koen, CIO bij Deen Supermarkten sinds 2005. En IT blijkt bij het bevorderen van de 'Customer Engagement' een sleutelrol te kunnen vervullen. De competitief ingestelde supermarktketen Deen (vooral groot in Noord Holland) streeft de komende jaren naar vergroting van het marktaandeel door een hogere klantentevredenheid. Deze strategie kan op allerlei manieren worden ondersteund. "Zo richten wij ons sterk op medewerkerstevredenheid, vanuit de gedachte dat de tevredenheid van medewerkers zal overslaan op klanten", zegt Koen.   Digitale transformatie in de supermarkt Ook IT kan bijdragen aan de groei door klanttevredenheid. Sterker nog, Deen is bezig met een 'digitale transformatie' waarbij steeds wordt gekeken of aanpassingen in de IT-systemen wel bijdragen aan een grotere 'Customer Engagement'.  Koen is bezig het oude, betrouwbare maar rigide ERP-systeem te vervangen door een systeem rondom Microsoft Dynamics AX en CRM. Het is de bedoeling dat alle oude 'legacy'-applicaties stapsgewijsin de loop van dit jaar worden overgezet op het nieuwe systeem en er nieuwe functies worden toegevoegd. "Dit wordt per applicatie bekeken maar is nog niet uitgevoerd. Als onderdeel van het nieuwe ERP zijn eerst alle applicaties gekoppeld om later individueel beoordeeld te worden", aldus Koen. Elke applicatie wordt in 'real time' getest. Om de implementatie veilig te laten verlopen draaien oude en nieuwe applicaties nog naast elkaar.   Focus op flexibiliteit Het oude systeem (Erp Scope) is ruim twintig jaar geleden door de ict-afdeling ontwikkeld. Waar bij dat oude systeem het accent lag op stabiliteit en continuïteit - het belangrijste was dat het systeem bleef 'draaien' - ligt de focus nu in toenemende mate op flexibiliteit. Flexibel wil zeggen: makkelijk te vervangen of aan te passen, doordat meerdere externe partijen modules of applicaties voor het platform kunnen ontwikkelen. Maar ook: dat applicaties makkelijk kunnen worden aan of afgekoppeld. En flexibel impliceert ook dat het systeem makkelijk kan worden overgezet naar de cloud en goed in staat is om data uit allerlei bronnen te integreren, denk aan leveranciers- en klantdata.   "IT'ers moeten ook kennis van en affiniteit hebben met de retail" Waarom die flexibiliteit zo belangrijk is dat ligt vooral aan de 'voorkant'. Daar waar het contact met de klanten plaatsvindt. "Omdat je tegenwoordig zo snel moet kunnen handelen", zegt Koen. Uiteraard is het niet de bedoeling dat kassa's uitvallen, maar de IT-afdeling moet er ook aan bijdragen dat het bedrijf goed voorbereid is op de toekomst en snel kan inspelen op nieuwe ontwikkelingen. "IT'ers moeten daarom ook kennis van en affiniteit hebben met de retail, willen ze werkelijk weten hoe ze de business kunnen ondersteunen. Als je niets hebt met de retail, kun je als IT'er veel minder goed aansluiting vinden en de grootste moeite hebben om het hoge tempo dat de retail eigen is bij te houden", aldus Koen, die niet voor niets zelf een opleiding supermarktmanagement heeft gevolgd.   Klantinformatie centraal Nu al beschikt Deen over de nodige klantinformatie: zowel informatie die afkomstig is van klantenpanels als de kennis die uit het ERP-systeem komt over wat mensen in de winkel of webstore van Deen hebben gekocht. Aanvullende informatie over klik- en zoekgedrag in de webshop komt daar nog bij. Een compleet beeld van z'n klanten heeft Deen niet, zeker niet van de mensen die in de fysieke winkels boodschappen doen. Deen weet wel wat daar wordt verkocht, maar niet wie er wat koopt. "We zouden natuurlijk een vaste klantenkaart kunnen introduceren, maar ik weet niet of we dat zullen doen. Vooral in de fashion en de non-food lijkt dat me van groot belang." Ook de online-winkel van Deen is nog niet gekoppeld aan het nieuwe ERP-systeem.   Commercie Toch is Deen al zover dat het informatie van klanten commercieel kan aanwenden. Om te bepalen hoe de schappen in de supermarkt moeten worden gevuld, bijvoorbeeld. "Wij kunnen heel snel nieuwe producten introduceren. Zelfs zonder eerst uitgebreid te onderhandelen met leveranciers, zoals gebruikelijk is. We plaatsen ze gewoon in de schappen, en kijken wat de klanten ervan vinden: hoeveel producten er zijn verkochten, welke omzet we hebben geboekt en welke waarde dit heeft opgeleverd. Wekelijks introduceren we op deze manier nieuwe producten in de winkels. Of we plaatsen producten net wat anders. Zo blijkt dat thee en chocola allebei beter verkopen als je ze dicht bij elkaar zet. En we halen natuurlijk ook producten uit de schappen, als ze geen geld opleveren. Door de enorme concurrentiedruk in onze sector is de omloopsnelheid veel groter dan vroeger."   Continu op de hoogte De directie van Deen kan nu bijna 'in real time' (met een vertraging van een kwartier) zien wat er in elk filiaal op de winkelvloer gebeurt en blijft zo continu op de hoogte en kan kijken of er misschien moet worden ingegrepen. "Ik heb meegemaakt dat een directielid aan zijn dashboard zag dat een product dat in de aanbieding was in een bepaald filiaal slecht liep, en meteen de verantwoordelijke supermarktmanager opbelde of hij de bak met koopjes niet ergens anders in zijn winkel moest plaatsen om meer te verkopen."Bron: Management TeamMeer weten over de digitale transformatie bij DEEN Supermarkten? Bekijk hier het interview dat wij hadden met Deen's CIO, Jan Koen.
Trend zet door: minder investeringen in technologische innovatie
Inhoud Nederlandse bedrijven realiseren meer innovaties, maar de daling van investeringen in technologische innovatie zet zich voort. Dat is de belangrijkste bevinding van onderzoek door onderzoeksinstituut INSCOPE van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Terwijl het innovatievermogen van Nederlandse bedrijven is gestegen, zijn de investeringen in r&d en in ict dit jaar opnieuw gedaald. Deze ogenschijnlijk tegenstrijdige resultaten werden vorige week bekendgemaakt door Prof. Dr. Henk Volberda, die de leiding heeft over het onderzoek dat jaarlijks wordt gepubliceerd in de de Concurrentie en Innovatie Monitor van INSCOPE.   Innovatievermogen gestegen De hoeveelheid product- en dienstinnovaties van Nederlandse bedrijven is het afgelopen jaar gestegen. De hoeveelheid totaal nieuwe producten en diensten ('radicale innovatie') die Nederlandse bedrijven hebben geïntroduceerd is gestegen met 3,5% over het afgelopen jaar. De hoeveelheid verbeterde producten en diensten ('incrementele innovatie') is in dezelfde periode toegenomen met 5,2%. Door een aantrekkende economie en een toenemend consumentenvertrouwen durven bedrijven weer meer product- en dienstinnovaties te introduceren, aldus Volberda, die aangeeft dat de stijging in de realisatie van product- en dienstinnovaties vooral verklaard kan worden "doordat de meeste bedrijven managementlagen hebben geschrapt, minder hiërarchisch georganiseerd zijn, en vaak samenwerken met externe partners om hun innovatiesnelheid te verhogen". Deze 8% toename in aandacht voor de zachte kant van innovatie (sociale innovatie) heeft er toe geleid dat investeringen in Onderzoek & Ontwikkeling in Nederland beter renderen en vaker leiden tot de introductie van nieuwe producten en diensten.   Minder investeringen r&d en ict De hoeveelheid geld die Nederlandse bedrijven gemiddeld in r&d steken is het afgelopen jaar met 1,9% gedaald naar gemiddeld 2,4% van de omzet. Bij ict is er een daling te zien van 1% naar 2,2% van de omzet. Deze dalende trend in investeringen in technologische innovatie is al gaande sinds 2009. Volgens Volberda kan deze trend bedreigend zijn voor het innovatie- en concurrentievermogen van het Nederlandse bedrijfsleven. “Het duurt minstens 5 à 10 jaar voordat een investering in een nieuwe technologie leidt tot een commercieel succesvol product of dienst. Het lage niveau van investeringen in technologische innovatie door Nederlandse bedrijven voorspelt een laag innovatieniveau in de toekomst."   Disruptieve innovatie Voor ontwrichting is meer nodig dan alleen technologische innovatie. Topsectoren richten zich te eenzijdig op technologische vernieuwing, aldus het onderzoek. INSCOPE heeft onderzocht welke eigenschappen van bedrijven kunnen leiden tot de introductie van disruptieve innovaties. De dominante opvatting is dat investeringen in nieuwe technologieën zoals het IoT, big data, 3D printing en robotisering de belangrijkste voorwaarde is voor disruptieve innovatie. De onderzoeksresultaten laten daarentegen zien dat technologische innovatie relatief gezien voor 40% bijdraagt aan de realisatie van disruptieve innovaties. Innovatieve manieren van managen, organiseren, werken en samenwerken, dat wil zeggen sociale innovatie, dragen voor 60% bij aan de realisatie van disruptieve innovaties. Volberda zegt hierover: "Bedrijven die gekenmerkt worden door visionair leiderschap, continu op zoek zijn naar nieuwe businessmodellen en samenwerken met klanten, leveranciers en kennisinstellingen, realiseren tot gemiddeld 45% meer disruptieve innovaties. De topsectoren zouden hier lessen uit moeten leren en zich niet eenzijdig moeten richten op technologische vernieuwing.”   High tech en startups Vooral bedrijven in de high tech-sector zijn met gemiddeld 18,7% meer actief met disruptieve innovatie ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Bedrijven in de sectoren energie, logistiek, en financiële dienstverlening/verzekering zijn relatief weinig actief met disruptieve innovaties. Volgens Volberda vergroten de hoge mate van ontwikkelingen in de high tech-sector de mogelijkheden en de noodzaak om disruptieve innovaties te realiseren om zo een relevante marktspeler te blijven. Daarnaast komen disruptieve innovaties vooral voor bij startups (gemiddeld 11% boven het landelijk gemiddelde) en juist minder naarmate organisaties ouder worden. Dit laat zien dat startups meer geneigd zijn om disruptieve innovaties te realiseren waardoor ze voor grote bedrijven een interessante optie zijn om hun innovatiesnelheid te verhogen, aldus Volberda.   Werkvloer Het in beschouwing nemen van de behoeften, gevoelens, en opvattingen van medewerkers door het management is van relatief groot belang om radicale product- en dienstinnovaties te realiseren. Van de vier afzonderlijk bekeken stakeholders – aandeelhouders, concurrenten, medewerkers, klanten – draagt een focus op medewerkers met 44% bijna de helft bij aan radicale innovaties. Aandacht voor medewerkers over wat er leeft binnen de organisatie is van belang om barrières voor radicale innovatie weg te nemen, aldus Volberda. “Medewerkers staan veel dichter bij de klant of leverancier en hebben daarom vaak goede ideeën die onvoldoende worden benut."   Beursbedrijven innoveren minder radicaal Bedrijven die aan de beurs zijn genoteerd, realiseren in vergelijking met andere organisaties gemiddeld 3,5% minder radicale innovaties. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat deze organisaties gemiddeld 6% minder vernieuwend leiderschap vertonen en minder actief zijn (tussen de -4,2% en -6,8%) met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook zijn deze organisaties gemiddeld 9,7% meer gericht op concurrenten, 4,7% minder gericht op klanten, en 3,5% minder gericht op hun medewerkers. "Beursgenoteerde bedrijven zijn over het algemeen meer gericht op kortetermijnprestaties”, zegt Volberda. “Dit vermindert de relatieve focus op investeringen en activiteiten die gericht zijn op de langere termijn, zoals radicale innovaties.   MVO Terwijl maatschappelijk verantwoord ondernemen tot meer product- en diensteninnovaties leidt én tot meer disruptieve innovaties, vraagt het vooral om innovatieve manieren van managen en organiseren (sociale innovatie). Bedrijven die de intentie hebben om maatschappelijk verantwoord te ondernemen en die zich daarnaar gedragen realiseren respectievelijk tussen de 22,5% en 29,8% meer radicale innovaties dan bedrijven die nauwelijks deze intentie hebben, noch die er zich naar gedragen. Bij disruptieve innovatie is dit verschil achtereenvolgens 22,3% en 23,4%. Bij incrementele innovatie betreft dit verschil respectievelijk 20,2% en 15,9%. De bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen zitten vooral in de life sciences & health sector en in de bouwnijverheid/vastgoed. Sociale innovatie draagt relatief gezien 77% bij aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Technologische innovatie draagt 23% hier aan bij. Henk Volberda: "Vernieuwend leiderschap draagt bij aan maatschappelijk verantwoord ondernemen door medewerkers meer bewust te maken van de maatschappelijke bijdrage van het bedrijf, en hen te motiveren en ruimte te geven voor initiatieven. Door samen te werken met klanten, leveranciers en externe stakeholders (co-creatie) krijgen organisaties meer kennis en begrip over hoe maatschappelijk verantwoord ondernemen ingevuld of aangepast kan worden."   Eindhoven Een laatste belangrijke uitkomst van het onderzoek is dat disruptieve innovaties bovengemiddeld vaak worden gerealiseerd in de regio Midden-/Oost-Brabant en in de regio Drenthe/Achterhoek/Twente. Deze twee regio's scoren respectievelijk 9,8% en 7,3% hoger op disruptieve innovatie ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De regio Midden-/Oost-Brabant (regio Eindhoven) scoort bovengemiddeld hoog op verschillende andere typen innovatie; radicale innovatie (+9,9%), incrementele innovatie (+5,6%), en sociale innovatie (+3,1%). Volberda geeft aan dat "de samenwerking in de regio Eindhoven zich uitbetaalt in een hogere mate van sociale innovatie, en product- en dienstinnovaties."Bron: IT Executive
Kwaliteitsmanagement leidt tot groei en hogere winstgevendheid
Inhoud Kwaliteitsmanagement en Continuous improvement hebben een direct en positief effect op de financiële situatie van organisaties. Kwaliteit is een aanjager voor groei. Dat zeggen senior executives en kwaliteitsprofessionals in een onderzoek dat werd uitgevoerd door de American Society for Quality (ASQ) en Forbes Insights. Klanten beschikken vandaag de dag over een enorme hoeveelheid aan informatie waar ze hun koopgedrag op baseren. Dit kan van grote invloed zijn op de ‘bottom line’ van bedrijven. Volledige industrieën hebben grote veranderingen doorgevoerd om te kunnen voldoen aan de eisen van de goed geïnformeerde klant. Disruptieve innovators hebben nieuwe businessmodellen ontworpen en maken gebruik van nieuwe technologieën die tot grote concurrentievoordelen leiden. Kwaliteit speelt hierin een essentiële rol en kan onzekerheid omturnen in winstgevendheid. Want om te kunnen overleven in onze extreem uitdagende wereld waarin verandering een constante is, moet het kwaliteitsdenken in elke proces en in elk klein deel van de onderneming volledig zijn doorgevoerd.   Kwaliteit is aanjager van groei Organisaties die hierin slagen zijn in staat om world-class kwaliteit te leveren in hun producten, processen en mensen – zelfs als hun producten of diensten bijna onmiddellijk geleverd moeten worden. De resultaten zijn te lezen in het rapport ‘The Rising Economic Power of Quality: How Quality Ensures Growth and Enhances Profitability’. Hierin wordt aangetoond dat organisaties die formele en organisatiebrede kwaliteitsprogramma’s omarmen, hogere niveaus van productiviteit bereiken, dan bedrijven die dat niet doen. Het onderzoek baseert zich op de antwoorden van ruim 1000 senior executives en bijna 900 kwaliteitsprofessionals wereldwijd (geen uit Nederland) en van een brede range van bedrijven en industrieën, met name productiebedrijven (26%) en gezondheidszorg (12%). Uit het onderzoek blijkt dat de 3 grootste resultaten van kwaliteitsinitiatieven zijn: - een toename van het aantal klanten - een toename in verkoop - efficiencyvoordelen. De afdelingen die het meest profiteren van kwaliteitsinitiatieven in organisaties zijn operations, klantenservice en productie. Bijna de helft van de respondenten zegt dat kwaliteitsprogramma’s de winstgevendheid van hun bedrijf hebben verhoogd. In 20 % van de gevallen zelfs meer dan 5%. Volgens ASQ CEO William Troy is de verhoogde winstgevendheid vooral het resultaat van meer focus op klantbehoeften door de implementatie van kwaliteitsprogramma’s. ‘Kwaliteit helpt organisaties agile te blijven en snel te reageren op de toenemende behoeften van klanten. Deze klanten zullen terugkomen als ze tevreden zijn over de kwaliteit van de producten en diensten.’    Kwaliteitsproblemen De resultaten van het onderzoek tonen ook aan dat voortdurende kwaliteitsissues, zoals de omzet door werknemers en hun (gebrek aan) competenties, kwaliteitsproblemen met leveranciers en een gebrek aan leiderschap, het concurrentievermogen van organisaties aantast. Volgens 20 % van de respondenten kosten deze problemen de organisatie meer dan 10 % van de winst. De tijd die besteed wordt aan het oplossen van kwaliteitsproblemen neemt toe. Respondenten die zelf zeggen bij high performance bedrijven te werken, rapporteren minder verlies door aanhoudende kwaliteitsproblemen. Zij rapporteren juist groei als gevolg van organisatiebrede kwaliteitsprogramma’s.   Cultuur van samenwerken en open communicatie Uit het onderzoek komt ook naar voren dat een cultuur van samenwerken en open communicatie essentieel zijn voor successen op het gebied van kwaliteit, meer dan andere zaken. Stakeholders moeten weten dat ze kunnen het kunnen melden als zich problemen voordoen, en als ze verbeterideeën hebben. Kwaliteit omvat een grote variëteit aan activiteiten en programma’s, maar de meest gemeenschappelijke noemers zijn samenwerken en risicomanagement. Externe factoren, zoals de klantvraag, bevorderen kwaliteit. Continuous improvement en superieure levering aan klanten zijn de belangrijkste waarden van de hedendaagse kwaliteitsinspanningen.    Meer data zijn noodzakelijk Kwaliteitsmetingen en het gebruik van kwaliteitsinstrumenten worden breed toegepast, maar er is veel behoefte aan meer data. Minder dan een kwart van de bedrijven uit de enquête heeft uitgebreide meetmethoden om de kwaliteitsinspanningen te meten. Maar het is voor veel bedrijven nog lastig om de juiste data op het juiste moment beschikbaar te hebben. De data die er zijn worden wel goed verspreid en in de meeste organisaties hebben alle medewerkers toegang tot de data. Kwaliteit wordt vooral afgemeten aan de hand van de klanttevredenheid.   Digitale transformatie Digitale transformatie betekent vooral nieuwe manieren om kwaliteit te benaderen. Het maakt snelheid essentieel in het vermogen om kwaliteit te leveren. Maar ook om resultaten te meten en te rapporteren. Nog maar minder dan een derde van de kwaliteitsprofessionals is hier goed op voorbereid. Ze geven ook eerlijk toe dat ze de implicaties van digitale transformatie voor hun bedrijf nog niet volledig overzien. Bron: Sigmaonline.nl | Auteur: Maud Notten Lees hier meer over hoe Mavim kan helpen een succesvolle transformatie van uw organisatie te realiseren: van strategie tot uitvoering.
Digitale transformatie gemeenten: ‘verbouwen met de winkel open’
Inhoud Kunnen voldoen aan de Digitale Agenda in 2020 gaat voor gemeenten verder dan ‘alleen maar’ de ICT op orde brengen. De Digitale Agenda heeft namelijk gevolgen voor álle interne processen bij gemeenten. Ook speelt verandermanagement er een verrassend grote rol in. Gemeenten hebben nog ruim twee jaar de tijd om te voldoen aan de doelstellingen van de Digitale Agenda*. Hoe ver zijn ze daar nu mee? En tegen welke uitdagingen lopen zij daarbij aan?   Trends Om daar een indruk van te krijgen heeft Ymor, een organisatie die overheidsorganisaties ondersteunt bij optimalisering van de IT-omgeving, een ontbijtsessie georganiseerd voor deelnemers van acht overheidsinstanties om hierover van gedachten te wisselen. De in totaal elf deelnemers waren allen IT-manager bij rijksoverheidsorganisaties, gemeenten, provincies en overkoepelende serviceorganisaties. Het gesprek over de stand van zaken rondom de Digitale Agenda 2020 werd tijdens de ontbijtsessie aangezwengeld aan de hand van een aantal stellingen. Hoewel er geen algemeen geldende uitkomsten aan de ontbijtsessie te verbinden zijn, signaleerden de deelnemers wel een aantal trends. Dit artikel gaat in op de twee belangrijkste stellingen.   Stelling 1: ‘Voordat we de burger digitaal bedienen, is het belangrijk dat interne processen op orde zijn. De burger komt later wel.’ In een ideale wereld hebben overheidsorganisaties eerst intern alles op orde voordat ze extern de burgers digitaal gaan bedienen. Maar helaas is daar in het echte leven geen ruimte voor. We moeten af van het lineaire denken, concludeerden de deelnemers. De digitale transformatie moet parallel lopen aan de interne projecten en het dagelijkse werk. Daarvoor is het nodig om niet alleen naar IT-systemen te kijken, maar ook naar organisatiestructuren. De manier waarop er wordt gewerkt, moet namelijk mee veranderen tijdens het opzetten van digitale diensten. Burgers hebben op digitaal vlak hoge verwachtingen. Deze verwachtingen dwingen gemeenten om zich digitaal mee te ontwikkelen. Bijvoorbeeld op het terrein van digitale bereikbaarheid. In 2016 verliep al 53 procent van de contacten tussen burgers en gemeenten digitaal. Dat maakt het noodzakelijk dat gemeenten hier hun interne processen op aanpassen, ook als dat niet in lijn ligt met de planning rondom digitale transformatie. Maar tegelijkertijd zijn nog niet álle burgers digitaal vaardig. Dit betekent onder andere dat wettelijk is vastgelegd dat burgers ook de mogelijkheid moet hebben om via andere – niet digitale – kanalen hun burgerzaken te regelen. Naast de online diensten beschikken gemeenten dus ook over papieren documenten. En dat leidt al snel tot chaos.   Papier én digitaal Deelnemers concludeerden dat het fijn zou zijn als de interne processen eerst op orde zouden zijn voordat gemeenten de burgers erbij betrekken, maar signaleerden dat dit niet mogelijk is. In de praktijk blijft de oude ‘papieren’ dienstverlening behouden en moet daarnaast de nieuwe digitale dienstverlening worden opgezet. Het is dus ‘verbouwen met de winkel open’.   Stelling 2: ‘Wij weten wat de behoefte is van het bedrijfsleven en/of de burger ten aanzien van de digitale dienstverlening van de overheid.’  Tegenwoordig gaan ICT-ontwikkelingen zó snel, dat deze soms al achterhaald zijn voordat een gemeente deze heeft doorgevoerd. Bijvoorbeeld een applicatie om met een QR-code in te loggen op DigiD. De IT-managers die deelnamen aan de ontbijtsessie signaleerden dat de ‘behoeften’ van burgers en het bedrijfsleven met de dag veranderen. Deze behoeften zijn ook lang niet altijd realistisch en haalbaar. Zo lijkt bijvoorbeeld communiceren via Whatsapp handig, maar voldoet dit niet aan de beveiligingsvoorwaarden. Het is voor gemeenten niet mogelijk om aan alle wensen van burgers te voldoen, concludeerden de deelnemers. Maar gemeenten moeten wel wendbaar zijn om snel te kunnen schakelen. Dit vereist investeringen doen en keuzes maken. Tegelijkertijd is ook de continu veranderende wetgeving een struikelblok voor digitale transformatie; tegen de tijd dat een nieuw digitaal project in de startblokken staat, is de wetgeving alweer veranderd, heeft innovatie het project ingehaald, of komt er een nieuwe politieke orde met andere ideeën en prioriteiten. Daarnaast is de balans tussen privacywetgeving en een transparante digitale dienst leveren lastig. Als gevolg hiervan kunnen overheidsorganisaties niet alles uitbesteden aan commerciële partijen.   Niet zaligmakend De deelnemende overheidsinstanties concludeerden dat alleen de inzet van techniek niet zaligmakend is. Het is nodig om compromissen te sluiten tussen gemak en veiligheid, tussen wat kan en mag en tussen techniek en processen. Het is noodzakelijk dat mensen en processen mee transformeren om een scheve verhouding te voorkomen tussen innovatieve techniek en gebruikers die daar nog niet aan toe zijn. Oftewel: de ‘zachte kant’ (verandermanagement) blijkt een grotere uitdaging dan de benodigde techniek om aan de behoeften van burgers te voldoen. En dát is een ontwikkeling die bij de start van de digitale transformatie niet door iedereen was voorzien.*De Digitale Agenda 2020 omvat een zestal doelstellingen, namelijk meer datagedreven werken, het optimaliseren van de gemeenschappelijke infrastructuur, samen organiseren, het verbeteren van de dienstverlening aan inwoners en ondernemers, het verder doorvoeren van innovaties en beter onderzoek.Auteur: Inge VollebregtWeten hoe Mavim een platform biedt dat grote bedrijfstransformaties en continue verbeterinitiatieven helpt te effectueren?Bekijk hier de animatievideo!  
10 Voordelen van een Enterprise Transformation Platform
Inhoud Elke methodologie ter ondersteuning van de prestatieverbetering van een organisatie heeft zijn voor- en nadelen. Het gemeenschappelijk doel van alle methoden is het verbeteren van de prestaties van een organisatie (innovatie, nieuwe go-to-market & distributiemodellen, verhogen van de inkomsten, de marges verhogen, verhoging van het marktaandeel, enz.) en het gelijktijdig beheren van een organisatie breed veranderprogramma. Het overeenkomstige probleem met alle methoden vandaag de dag is (het ontbreken van) de capaciteit om samenhang te creëren tussen alle relevante content en de voortgang van gaande besprekingen op zeer eenvoudige wijze te visualiseren. Het gaat er om zowel begrip te kweken als ook ieder initiatief tot verbetering zorgvuldig af te stemmen op de bedrijfsstrategie.   De invoering van een Enterprise Transformatie Platform (ETP) Transformaties kunnen bestaan uit een wijziging in de missie van een organisatie, het herontwerp, nieuwe toepassingen of IT-infrastructuur. Geen enkel bedrijf heeft problemen met het starten van initiatieven en het bedenken van ideeën voor verbetering. Deze brede transformaties hebben echter een impact op niet alleen de mensen, maar ook op de processen en de technologie. Het is daarom van belang dat ideeën en initiatieven in de juiste context (klant, proces en organisatie, toepassing landschap, it-infrastructuur) worden geplaatst. Het Mavim Enterprise Transformatie Platform (ETP) is een business managementtool die strategie, uitvoering en informatietechnologie met elkaar verbindt. Organisaties worden ondersteund bij het afstemmen van de bedrijfsstrategie op de voorwaarden, specifieke eisen en principes, en in de formulering van een reeks strategische projecten om het gewenste resultaat te bereiken. Door de integratie met Microsoft Project PPM en Microsoft Power BI, kan het project portfolio op eenvoudige wijze worden uitgevoerd, beheerd en gecontroleerd. De essentie van ETP is om de kloof tussen business en IT, tussen strategie en uitvoering te dichten.   Voordelen van een Enterprise Transformatie Platform (ETP) Helderheid en samenhang realiseren tussen de bedrijfsstrategie en de operationele uitvoering Transparantie creëren, alsmede een methodiek voor het meten/vergelijken van investeringen/kosten versus de bedrijfsresultaten Gedetailleerd inzicht verkrijgen in de bijdrage van projecten naar (nieuwe) strategieën Ondersteuning bij de besluitvorming over het selecteren van uitsluitend die programma's die aansluiten op de bedrijfsdoelstellingen, zoals vastgelegd in de bedrijfsstrategie Veranderprogramma’s binnen tijd en budget uitvoeren en beheren Aligneren van Business & IT door beide partijen te betrekken en verduidelijken van verantwoordelijkheden Synchroniseren van strategie en uitvoering van projecten (geen strategie zonder afstemming van programma's/projecten, geen projecten/programma's zonder duidelijkheid over deze hoe projecten en programma’s op meetbare wijze het strategisch plan ondersteunen) Buy-in van sleutel-belanghebbenden bereiken door de invoering van een interactief platform voor communicatie en samenwerking. Een platform dat de impact (waarom, wat en hoe) van een transformatie uiteenzet en bijdraagt aan de dialoog op een social-media-achtige wijze van communiceren   De mogelijke financiële voordelen van een Enterprise Transformatie Platform (ETP) Verscheidene studies bewijzen dagelijks dat het grote bedrijven niet ontbreekt aan nieuwe, briljante ideeën. Het ontbreekt grote ondernemingen aan middelen om deze succesvol uit te voeren. Onderzoek van industrieanalisten zoals Gartner en strategie adviesbureaus zoals McKinsey heeft uitgewezen dat meer dan 50% van alle grote transformatie-initiatieven nooit wordt afgerond of zelfs op enige wijze in 'productie' zijn genomen. Belangrijkste reden: er heeft geen afstemming plaatsgevonden tussen strategie en uitvoering. Laten we aannemen dat in het algemeen 3 tot 5% van de inkomsten van een organisatie wordt gealloceerd voor innovatie en transformatie programma's. Als de analyse van Gartner en McKinsey klopt, betekent dit dat 1,5 tot 2,5% van die investeringen in innovatie en transformatie programma's geen directe, positieve invloed op de business-verbetering hebben. Dit is allemaal te wijten aan het ontbreken van de kracht & macht om uit te voeren. Verschillende referent cases zoals Achmea, Dela, Espria, IHC Merwede, Arcadis, Vrumona/Heineken, PON/Porsche, de Nederlandse Centrale Overheid, Deen supermarkten enz. bewijzen dat een ETP de kans van slagen van een organisatietransformatie aanzienlijk verhoogt. Zij bewijzen dat meer dan 80% van de transformatie-initiatieven binnen de tijd en budget worden gerealiseerd. Bovendien worden nieuwe initiatieven versneld omgezet in veranderprogramma's en bieden organisaties daarom meer gelegenheid om te profiteren van (nieuwe) kansen.Enige concrete voorbeelden:   Achmea kon negen (9) verworven pensioenbedrijven integreren in één (1) bedrijf. Kostenbesparingen en de verbetering van de verkoopcapaciteit waren aanzienlijk (=marktleider). Espria was in staat om verschillende merken op elkaar af te stemmen en begon te handelen als één bedrijf richting zijn klanten (patiënten). Besparingen eind 2015 berekend. IHC Merwede kon 23 bedrijfsonderdelen aligneren, alsmede de uitgebouwde onderneming binnen hun scheepsbouwers netwerk. Dit resulteerde in een aanzienlijke order uit Brazilië voor de aanschaf van vier (4) schepen met een totale waarde van € 1 miljard. Arcadis is bezig met een 'Arcadis manier van werken'-programma, waarbij alle geacquireerde bedrijven op elkaar worden afgestemd en waardoor aanzienlijk meer deals binnen weten te halen dan haar concurrenten. Porsche transformeerde van een sportwagenbedrijf (Porsche 911) naar een zakenautobedrijf (Cayenne) met een inkomstenverdubbeling binnen drie jaar.   De mogelijke financiële voordelen van een Enterprise Transformatie Platform voor Philips Ervan uitgaande dat de analyses van Gartner en McKinsey kloppen, dan zou Philips 30% van de totale begroting voor innovatie en transformatie kunnen besparen. Stel dat in het ergste geval deze begroting 3% van € 21 miljard bedraagt, dan betekent dat een besparing van ± € 600 miljoen. Zonder een ETP de transformatie een verspilling van 50% bedragen (€ 300 miljoen). Met een end-to-end ETP (via alle business units), kan 30% van € 600 miljoen, ofwel € 180 miljoen van de potentiële verspilling worden bespaard en aangewend voor de verbetering van de bedrijfsprestaties. Bron: Mavim Redactie  

Copyright © 2024 Mavim B.V.